|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Algemene Verordening Gegegevensbescherming |
|
|
|
|
|
|
27 april 2016 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 1: Onderwerp en doelstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Bij deze verordening worden regels vastgesteld betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband
met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van persoonsgegevens.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Deze verordening beschermt de grondrechten en de fundamentele vrijheden van natuurlijke personen en met name
hun recht op bescherming van persoonsgegevens. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Het vrije verkeer van persoonsgegevens in de Unie wordt noch beperkt noch verboden om redenen die verband
houden met de bescherming van natuurlijke personen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 2: Materieel toepassingsgebied |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Deze verordening is van toepassing op de geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking, alsmede op de
verwerking van persoonsgegevens die in een bestand zijn opgenomen of die bestemd zijn om daarin te worden
opgenomen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Deze verordening is niet van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
in het kader van activiteiten die buiten de werkingssfeer van het Unierecht vallen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
door de lidstaten bij de uitvoering van activiteiten die binnen de werkingssfeer van titel V, hoofdstuk 2, VEU vallen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
door een natuurlijke persoon bij de uitoefening van een zuiver persoonlijke of huishoudelijke activiteit; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
door de bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van
strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van
gevaren voor de openbare veiligheid.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Op de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie is Verordening
(EG) nr. 45/2001 van toepassing. Verordening (EG) nr. 45/2001 en andere rechtshandelingen van de Unie die van
toepassing zijn op een dergelijke verwerking van persoonsgegevens worden overeenkomstig artikel 98 aan de beginselen
en regels van de onderhavige verordening aangepast. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Deze verordening laat de toepassing van Richtlijn 2000/31/EG, en met name van de regels in de artikelen 12 tot
en met 15 van die richtlijn betreffende de aansprakelijkheid van als tussenpersoon optredende dienstverleners onverlet. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 3: Territoriaal toepassingsgebied |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Deze verordening is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de activiteiten van
een vestiging van een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker in de Unie, ongeacht of de verwerking in de Unie al dan niet plaatsvindt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Deze verordening is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens van betrokkenen die zich in de Unie
bevinden, door een niet in de Unie gevestigde verwerkingsverantwoordelijke of verwerker, wanneer de verwerking
verband houdt met: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
het aanbieden van goederen of diensten aan deze betrokkenen in de Unie, ongeacht of een betaling door de
betrokkenen is vereist; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
het monitoren van hun gedrag, voor zover dit gedrag in de Unie plaatsvindt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Deze verordening is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door een verwerkingsverantwoordelijke
die niet in de Unie is gevestigd, maar op een plaats waar krachtens het internationaal publiekrecht het lidstatelijke
recht van toepassing is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 4: Definities |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(1) |
‘persoonsgegevens’ alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon(‘de betrokkene’); als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd,
met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een
online identificator of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische,
psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(2) |
‘verwerking’ een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van
persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen,
structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van
doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of
vernietigen van gegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(3) |
‘beperken van de verwerking’ het markeren van opgeslagen persoonsgegevens met als doel de verwerking ervan in
de toekomst te beperken; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(4) |
‘profilering’ : elke vorm van geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens waarbij aan de hand van persoonsgegevens
bepaalde persoonlijke aspecten van een natuurlijke persoon worden geëvalueerd, met name met de
bedoeling zijn beroepsprestaties, economische situatie, gezondheid, persoonlijke voorkeuren, interesses, betrouwbaarheid,
gedrag, locatie of verplaatsingen te analyseren of te voorspellen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(5) |
‘pseudonimisering’ : het verwerken van persoonsgegevens op zodanige wijze dat de persoonsgegevens niet meer
aan een specifieke betrokkene kunnen worden gekoppeld zonder dat er aanvullende gegevens worden gebruikt, mits
deze aanvullende gegevens apart worden bewaard en technische en organisatorische maatregelen worden genomen
om ervoor te zorgen dat de persoonsgegevens niet aan een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon
worden gekoppeld; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(6) |
‘bestand’ elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens die volgens bepaalde criteria toegankelijk zijn, ongeacht
of dit geheel gecentraliseerd of gedecentraliseerd is dan wel op functionele of geografische gronden is verspreid; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(7) |
‘verwerkingsverantwoordelijke’ een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een
ander orgaan die/dat, alleen of samen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens
vaststelt; wanneer de doelstellingen van en de middelen voor deze verwerking in het Unierecht of het
lidstatelijke recht worden vastgesteld, kan daarin worden bepaald wie de verwerkingsverantwoordelijke is of volgens
welke criteria deze wordt aangewezen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(8) |
‘verwerker’ een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan die/
dat ten behoeve van de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(9) |
‘ontvanger’ een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan,
al dan niet een derde, aan wie/waaraan de persoonsgegevens worden verstrekt. Overheidsinstanties die mogelijk
persoonsgegevens ontvangen in het kader van een bijzonder onderzoek overeenkomstig het Unierecht of het lidstatelijke
recht gelden echter niet als ontvangers; de verwerking van die gegevens door die overheidsinstanties strookt
met de gegevensbeschermingsregels die op het betreffende verwerkingsdoel van toepassing zijn; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(10) |
‘derde’ een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan, niet
zijnde de betrokkene, noch de verwerkingsverantwoordelijke, noch de verwerker, noch de personen die onder
rechtstreeks gezag van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker gemachtigd zijn om de persoonsgegevens
te verwerken; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(11) |
‘toestemming’ van de betrokkene: elke vrije, specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige wilsuiting waarmee de
betrokkene door middel van een verklaring of een ondubbelzinnige actieve handeling hem betreffende verwerking
van persoonsgegevens aanvaardt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(12) |
‘inbreuk in verband met persoonsgegevens’ een inbreuk op de beveiliging die per ongeluk of op onrechtmatige
wijze leidt tot de vernietiging, het verlies, de wijziging of de ongeoorloofde verstrekking van of de ongeoorloofde
toegang tot doorgezonden, opgeslagen of anderszins verwerkte gegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(13) |
‘genetische gegevens’ persoonsgegevens die verband houden met de overgeërfde of verworven genetische
kenmerken van een natuurlijke persoon die unieke informatie verschaffen over de fysiologie of de gezondheid van
die natuurlijke persoon en die met name voortkomen uit een analyse van een biologisch monster van die
natuurlijke persoon; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(14) |
‘biometrische gegevens’ persoonsgegevens die het resultaat zijn van een specifieke technische verwerking met
betrekking tot de fysieke, fysiologische of gedragsgerelateerde kenmerken van een natuurlijke persoon op grond
waarvan eenduidige identificatie van die natuurlijke persoon mogelijk is of wordt bevestigd, zoals gezichtsafbeeldingen
of vingerafdrukgegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(15) |
‘gegevens over gezondheid’ persoonsgegevens die verband houden met de fysieke of mentale gezondheid van een
natuurlijke persoon, waaronder gegevens over verleende gezondheidsdiensten waarmee informatie over zijn gezondheidstoestand
wordt gegeven; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(16) |
‘hoofdvestiging’ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
met betrekking tot een verwerkingsverantwoordelijke die vestigingen heeft in meer dan één lidstaat, de plaats
waar zijn centrale administratie in de Unie is gelegen, tenzij de beslissingen over de doelstellingen van en de
middelen voor de verwerking van persoonsgegevens worden genomen in een andere vestiging van de verwerkingsverantwoordelijke
die zich eveneens in de Unie bevindt, en die tevens gemachtigd is die beslissingen uit te
voeren, in welk geval de vestiging waar die beslissingen worden genomen als de hoofdvestiging wordt
beschouwd; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
met betrekking tot een verwerker die vestigingen in meer dan één lidstaat heeft, de plaats waar zijn centrale
administratie in de Unie is gelegen of, wanneer de verwerker geen centrale administratie in de Unie heeft, de
vestiging van de verwerker in de Unie waar de voornaamste verwerkingsactiviteiten in het kader van de
activiteiten van een vestiging van de verwerker plaatsvinden, voor zover op de verwerker krachtens deze
verordening specifieke verplichtingen rusten; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(17) |
‘vertegenwoordiger’ een in de Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die uit hoofde van artikel 27
schriftelijk door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker is aangewezen om de verwerkingsverantwoordelijke
of de verwerker te vertegenwoordigen in verband met hun respectieve verplichtingen krachtens deze
verordening; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(18) |
‘onderneming’ een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een economische activiteit uitoefent, ongeacht de
rechtsvorm ervan, met inbegrip van maatschappen en persoonsvennootschappen of verenigingen die regelmatig een
economische activiteit uitoefenen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(19) |
‘concern’ een onderneming die zeggenschap uitoefent en de ondernemingen waarover die zeggenschap wordt
uitgeoefend; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(20) |
‘bindende bedrijfsvoorschriften’ beleid inzake de bescherming van persoonsgegevens dat een op het grondgebied
van een lidstaat gevestigde verwerkingsverantwoordelijke of verwerker voert met betrekking tot de doorgifte of
reeksen van doorgiften van persoonsgegevens aan een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker in een of meer
derde landen binnen een concern of een groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit
uitoefenen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(21) |
‘toezichthoudende autoriteit’ een door een lidstaat ingevolge artikel 51 ingestelde onafhankelijke overheidsinstantie;
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(22) |
‘betrokken toezichthoudende autoriteit’ een toezichthoudende autoriteit die betrokken is bij de verwerking van
persoonsgegevens omdat: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker op het grondgebied van de lidstaat van die toezichthoudende
autoriteit is gevestigd; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de betrokkenen die in de lidstaat van die toezichthoudende autoriteit verblijven, door de verwerking wezenlijke
gevolgen ondervinden of waarschijnlijk zullen ondervinden; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
bij die toezichthoudende autoriteit een klacht is ingediend; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(23) |
‘grensoverschrijdende verwerking’ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
verwerking van persoonsgegevens in het kader van de activiteiten van vestigingen in meer dan één lidstaat van
een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker in de Unie die in meer dan één lidstaat is gevestigd; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
verwerking van persoonsgegevens in het kader van de activiteiten van één vestiging van een verwerkingsverantwoordelijke
of van een verwerker in de Unie, waardoor in meer dan één lidstaat betrokkenen wezenlijke
gevolgen ondervinden of waarschijnlijk zullen ondervinden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(24) |
‘relevant en gemotiveerd bezwaar’ een bezwaar tegen een ontwerpbesluit over het bestaan van een inbreuk op
deze verordening of over de vraag of de voorgenomen maatregel met betrekking tot de verwerkingsverantwoordelijke
of de verwerker strookt met deze verordening, waarin duidelijk de omvang wordt aangetoond van de risico's
die het ontwerpbesluit inhoudt voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden van betrokkenen en, indien van
toepassing, voor het vrije verkeer van persoonsgegevens binnen de Unie; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(25) |
‘dienst van de informatiemaatschappij’ een dienst als gedefinieerd in artikel 1, lid 1, punt b), van Richtlijn
(EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad (
1) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(26) |
‘internationale organisatie’ een organisatie en de daaronder vallende internationaalpubliekrechtelijke organen of
andere organen die zijn opgericht bij of op grond van een overeenkomst tussen twee of meer landen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK II: BEGINSELEN |
|
|
|
|
|
Artikel 5: Beginselen inzake verwerking van persoonsgegevens |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Persoonsgegevens moeten: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene rechtmatig, behoorlijk en transparant is (‘rechtmatigheid,
behoorlijkheid en transparantie’); |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verzameld en mogen vervolgens
niet verder op een met die doeleinden onverenigbare wijze worden verwerkt; de verdere verwerking met het oog op
archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden wordt
overeenkomstig artikel 89, lid 1, niet als onverenigbaar met de oorspronkelijke doeleinden beschouwd (‘doelbinding’); |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
toereikend zijn, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden
verwerkt(‘minimale gegevensverwerking’); |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
juist zijn en zo nodig worden geactualiseerd; alle redelijke maatregelen moeten worden genomen om de persoonsgegevens
die, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, onjuist zijn, onverwijld te wissen of te rectificeren(‘juistheid’); |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen niet langer te identificeren dan voor de
doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt noodzakelijk is; persoonsgegevens mogen voor langere
perioden worden opgeslagen voor zover de persoonsgegevens louter met het oog op archivering in het algemeen
belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden worden verwerkt overeenkomstig
artikel 89, lid 1, mits de bij deze verordening vereiste passende technische en organisatorische maatregelen worden
getroffen om de rechten en vrijheden van de betrokkene te beschermen (‘opslagbeperking’); |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
door het nemen van passende technische of organisatorische maatregelen op een dusdanige manier worden verwerkt
dat een passende beveiliging ervan gewaarborgd is, en dat zij onder meer beschermd zijn tegen ongeoorloofde of
onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging (‘integriteit en vertrouwelijkheid’). |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De verwerkingsverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de naleving van lid 1 en kan deze aantonen(‘verantwoordingsplicht’). |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 6: Rechtmatigheid van de verwerking |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De verwerking is alleen rechtmatig indien en voor zover aan ten minste een van de onderstaande voorwaarden is
voldaan: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens voor een of meer specifieke
doeleinden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is, of om op
verzoek van de betrokkene vóór de sluiting van een overeenkomst maatregelen te nemen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke
rust; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de verwerking is noodzakelijk om de vitale belangen van de betrokkene of van een andere natuurlijke persoon te
beschermen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van
de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke
of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de
betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer
de betrokkene een kind is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De eerste alinea, punt f), geldt niet voor de verwerking door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun
taken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De lidstaten kunnen specifiekere bepalingen handhaven of invoeren ter aanpassing van de manier waarop de regels
van deze verordening met betrekking tot de verwerking met het oog op de naleving van lid 1, punten c) en e), worden
toegepast; hiertoe kunnen zij een nadere omschrijving geven van specifieke voorschriften voor de verwerking en andere
maatregelen om een rechtmatige en behoorlijke verwerking te waarborgen, ook voor andere specifieke verwerkingssituaties
als bedoeld in hoofdstuk IX. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De rechtsgrond voor de in lid 1, punten c) en e), bedoelde verwerking moet worden vastgesteld bij: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
Unierecht; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
lidstatelijk recht dat op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het doel van de verwerking wordt in die rechtsgrond vastgesteld of is met betrekking tot de in lid 1, punt e), bedoelde
verwerking noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of voor de uitoefening van het openbaar
gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is verleend. Die rechtsgrond kan specifieke bepalingen bevatten om de
toepassing van de regels van deze verordening aan te passen, met inbegrip van de algemene voorwaarden inzake de
rechtmatigheid van verwerking door de verwerkingsverantwoordelijke; de types verwerkte gegevens; de betrokkenen; de
entiteiten waaraan en de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens mogen worden verstrekt; de doelbinding; de opslagperioden;
en de verwerkingsactiviteiten en -procedures, waaronder maatregelen om te zorgen voor een rechtmatige en
behoorlijke verwerking, zoals die voor andere specifieke verwerkingssituaties als bedoeld in hoofdstuk IX. Het Unierecht
of het lidstatelijke recht moet beantwoorden aan een doelstelling van algemeen belang en moet evenredig zijn met het
nagestreefde gerechtvaardigde doel. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer de verwerking voor een ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld niet berust op
toestemming van de betrokkene of op een Unierechtelijke bepaling of een lidstaatrechtelijke bepaling die in een democratische
samenleving een noodzakelijke en evenredige maatregel vormt ter waarborging van de in artikel 23, lid 1,
bedoelde doelstellingen houdt de verwerkingsverantwoordelijke bij de beoordeling van de vraag of de verwerking voor
een ander doel verenigbaar is met het doel waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk zijn verzameld onder meer
rekening met: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
ieder verband tussen de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld, en de doeleinden van de
voorgenomen verdere verwerking; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
het kader waarin de persoonsgegevens zijn verzameld, met name wat de verhouding tussen de betrokkenen en de
verwerkingsverantwoordelijke betreft; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de aard van de persoonsgegevens, met name of bijzondere categorieën van persoonsgegevens worden verwerkt,
overeenkomstig artikel 9, en of persoonsgegevens over strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten worden
verwerkt, overeenkomstig artikel 10; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de mogelijke gevolgen van de voorgenomen verdere verwerking voor de betrokkenen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
het bestaan van passende waarborgen, waaronder eventueel versleuteling of pseudonimisering. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 8: Voorwaarden voor toestemming |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer de verwerking berust op toestemming, moet de verwerkingsverantwoordelijke kunnen aantonen dat de
betrokkene toestemming heeft gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Indien de betrokkene toestemming geeft in het kader van een schriftelijke verklaring die ook op andere aangelegenheden
betrekking heeft, wordt het verzoek om toestemming in een begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm
en in duidelijke en eenvoudige taal zodanig gepresenteerd dat een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt met de
andere aangelegenheden. Wanneer een gedeelte van een dergelijke verklaring een inbreuk vormt op deze verordening, is
dit gedeelte niet bindend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De betrokkene heeft het recht zijn toestemming te allen tijde in te trekken. Het intrekken van de toestemming laat
de rechtmatigheid van de verwerking op basis van de toestemming vóór de intrekking daarvan, onverlet. Alvorens de
betrokkene zijn toestemming geeft, wordt hij daarvan in kennis gesteld. Het intrekken van de toestemming is even
eenvoudig als het geven ervan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Bij de beoordeling van de vraag of de toestemming vrijelijk kan worden gegeven, wordt onder meer ten sterkste
rekening gehouden met de vraag of voor de uitvoering van een overeenkomst, met inbegrip van een dienstenovereenkomst,
toestemming vereist is voor een verwerking van persoonsgegevens die niet noodzakelijk is voor de uitvoering
van die overeenkomst. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 8: Voorwaarden voor de toestemming van kinderen met betrekking tot diensten van de informatiemaatschappij |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer artikel 6, lid 1, punt a), van toepassing is in verband met een rechtstreeks aanbod van diensten van de
informatiemaatschappij aan een kind, is de verwerking van persoonsgegevens van een kind rechtmatig wanneer het kind
ten minste 16 jaar is. Wanneer het kind jonger is dan 16 jaar is zulke verwerking slechts rechtmatig indien en voor
zover de toestemming of machtiging tot toestemming in dit verband wordt verleend door de persoon die de ouderlijke
verantwoordelijkheid voor het kind draagt. |
|
|
|
|
|
|
De lidstaten kunnen dienaangaande bij wet voorzien in een lagere leeftijd, op voorwaarde dat die leeftijd niet onder
13 jaar ligt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Met inachtneming van de beschikbare technologie doet de verwerkingsverantwoordelijke redelijke inspanningen
om in dergelijke gevallen te controleren of de persoon die de ouderlijke verantwoordelijkheid voor het kind draagt,
toestemming heeft gegeven of machtiging tot toestemming heeft verleend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Lid 1 laat het algemene overeenkomstenrecht van de lidstaten, zoals de regels inzake de geldigheid, de totstandkoming
of de gevolgen van overeenkomsten ten opzichte van kinderen, onverlet. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 9: Verwerking van bijzondere categorieen van persoonsgegevens |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Verwerking van persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke
overtuigingen, of het lidmaatschap van een vakbond blijken, en verwerking van genetische gegevens,
biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een persoon, of gegevens over gezondheid, of
gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid zijn verboden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Lid 1 is niet van toepassing wanneer aan een van de onderstaande voorwaarden is voldaan: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de betrokkene heeft uitdrukkelijke toestemming gegeven voor de verwerking van die persoonsgegevens voor een of
meer welbepaalde doeleinden, behalve indien in Unierecht of lidstatelijk recht is bepaald dat het in lid 1 genoemde
verbod niet door de betrokkene kan worden opgeheven; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de verwerking is noodzakelijk met het oog op de uitvoering van verplichtingen en de uitoefening van specifieke
rechten van de verwerkingsverantwoordelijke of de betrokkene op het gebied van het arbeidsrecht en het socialezekerheids-
en socialebeschermingsrecht, voor zover zulks is toegestaan bij Unierecht of lidstatelijk recht of bij een
collectieve overeenkomst op grond van lidstatelijk recht die passende waarborgen voor de grondrechten en de
fundamentele belangen van de betrokkene biedt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de verwerking is noodzakelijk ter bescherming van de vitale belangen van de betrokkene of van een andere
natuurlijke persoon indien de betrokkene fysiek of juridisch niet in staat is zijn toestemming te geven; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de verwerking wordt verricht door een stichting, een vereniging of een andere instantie zonder winstoogmerk die op
politiek, levensbeschouwelijk, godsdienstig of vakbondsgebied werkzaam is, in het kader van haar gerechtvaardigde
activiteiten en met passende waarborgen, mits de verwerking uitsluitend betrekking heeft op de leden of de
voormalige leden van de instantie of op personen die in verband met haar doeleinden regelmatig contact met haar
onderhouden, en de persoonsgegevens niet zonder de toestemming van de betrokkenen buiten die instantie worden
verstrekt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de verwerking heeft betrekking op persoonsgegevens die kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de verwerking is noodzakelijk voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering of wanneer
gerechten handelen in het kader van hun rechtsbevoegdheid; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
de verwerking is noodzakelijk om redenen van zwaarwegend algemeen belang, op grond van Unierecht of lidstatelijk
recht, waarbij de evenredigheid met het nagestreefde doel wordt gewaarborgd, de wezenlijke inhoud van het recht op
bescherming van persoonsgegevens wordt geëerbiedigd en passende en specifieke maatregelen worden getroffen ter
bescherming van de grondrechten en de fundamentele belangen van de betrokkene; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
de verwerking is noodzakelijk voor doeleinden van preventieve of arbeidsgeneeskunde, voor de beoordeling van de
arbeidsgeschiktheid van de werknemer, medische diagnosen, het verstrekken van gezondheidszorg of sociale diensten
of behandelingen dan wel het beheren van gezondheidszorgstelsels en -diensten of sociale stelsels en diensten, op
grond van Unierecht of lidstatelijk recht, of uit hoofde van een overeenkomst met een gezondheidswerker en
behoudens de in lid 3 genoemde voorwaarden en waarborgen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(i) |
de verwerking is noodzakelijk om redenen van algemeen belang op het gebied van de volksgezondheid, zoals
bescherming tegen ernstige grensoverschrijdende gevaren voor de gezondheid of het waarborgen van hoge normen
inzake kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg en van geneesmiddelen of medische hulpmiddelen, op grond
van Unierecht of lidstatelijk recht waarin passende en specifieke maatregelen zijn opgenomen ter bescherming van de
rechten en vrijheden van de betrokkene, met name van het beroepsgeheim; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(j) |
de verwerking is noodzakelijk met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch
onderzoek of statistische doeleinden overeenkomstig artikel 89, lid 1, op grond van Unierecht of lidstatelijk recht,
waarbij de evenredigheid met het nagestreefde doel wordt gewaarborgd, de wezenlijke inhoud van het recht op
bescherming van persoonsgegevens wordt geëerbiedigd en passende en specifieke maatregelen worden getroffen ter
bescherming van de grondrechten en de belangen van de betrokkene. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De in lid 1 bedoelde persoonsgegevens mogen worden verwerkt voor de in lid 2, punt h), genoemde doeleinden
wanneer die gegevens worden verwerkt door of onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar die krachtens
Unierecht of lidstatelijk recht of krachtens door nationale bevoegde instanties vastgestelde regels aan het beroepsgeheim
is gebonden, of door een andere persoon die eveneens krachtens Unierecht of lidstatelijk recht of krachtens door
nationale bevoegde instanties vastgestelde regels tot geheimhouding is gehouden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De lidstaten kunnen bijkomende voorwaarden, waaronder beperkingen, met betrekking tot de verwerking van
genetische gegevens, biometrische gegevens of gegevens over gezondheid handhaven of invoeren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 10: Verwerking van persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten of daarmee verband houdende veiligheidsmaatregelen
mogen op grond van artikel 6, lid 1, alleen worden verwerkt onder toezicht van de overheid of indien
de verwerking is toegestaan bij Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepalingen die passende waarborgen voor de rechten
en vrijheden van de betrokkenen bieden. Omvattende registers van strafrechtelijke veroordelingen mogen alleen worden
bijgehouden onder toezicht van de overheid. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 11: Verwerking waarvoor identificatie niet is vereist |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Indien de doeleinden waarvoor een verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt, niet of niet meer
vereisen dat hij een betrokkene identificeert, is hij niet verplicht om, uitsluitend om aan deze verordening te voldoen,
aanvullende gegevens ter identificatie van de betrokkene bij te houden, te verkrijgen of te verwerken.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke in de in lid 1 van dit artikel bedoelde gevallen kan aantonen dat hij de
betrokkene niet kan identificeren, stelt hij de betrokkene daarvan indien mogelijk in kennis. In dergelijke gevallen zijn de
artikelen 15 tot en met 20 niet van toepassing, behalve wanneer de betrokkene, met het oog op de uitoefening van zijn
rechten uit hoofde van die artikelen, aanvullende gegevens verstrekt die het mogelijk maken hem te identificeren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK III: RECHTEN VAN DE BETROKKENE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Afdeling 1: Transparantie en regelingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 12: Transparante informatie, communicatie en nadere regels voor de uitoefening van de rechten van betrokkene |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De verwerkingsverantwoordelijke neemt passende maatregelen opdat de betrokkene de in de artikelen 13 en 14
bedoelde informatie en de in de artikelen 15 tot en met 22 en artikel 34 bedoelde communicatie in verband met de
verwerking in een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en
eenvoudige taal ontvangt, in het bijzonder wanneer de informatie specifiek voor een kind bestemd is. De informatie
wordt schriftelijk of met andere middelen, met inbegrip van, indien dit passend is, elektronische middelen, verstrekt.
Indien de betrokkene daarom verzoekt, kan de informatie mondeling worden meegedeeld, op voorwaarde dat de
identiteit van de betrokkene met andere middelen bewezen is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De verwerkingsverantwoordelijke faciliteert de uitoefening van de rechten van de betrokkene uit hoofde van de
artikelen 15 tot en met 22. In de in artikel 11, lid 2, bedoelde gevallen mag de verwerkingsverantwoordelijke niet
weigeren gevolg te geven aan het verzoek van de betrokkene om diens rechten uit hoofde van de artikelen 15 tot en
met 22 uit te oefenen, tenzij de verwerkingsverantwoordelijke aantoont dat hij niet in staat is de betrokkene te identificeren.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt de betrokkene onverwijld en in ieder geval binnen een maand na
ontvangst van het verzoek krachtens de artikelen 15 tot en met 22 informatie over het gevolg dat aan het verzoek is
gegeven. Afhankelijk van de complexiteit van de verzoeken en van het aantal verzoeken kan die termijn indien nodig
met nog eens twee maanden worden verlengd. De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen één maand
na ontvangst van het verzoek in kennis van een dergelijke verlenging. Wanneer de betrokkene zijn verzoek elektronisch
indient, wordt de informatie indien mogelijk elektronisch verstrekt, tenzij de betrokkene anderszins verzoekt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke geen gevolg geeft aan het verzoek van de betrokkene, deelt hij deze
laatste onverwijld en uiterlijk binnen één maand na ontvangst van het verzoek mee waarom het verzoek zonder gevolg
is gebleven, en informeert hij hem over de mogelijkheid om klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit en
beroep bij de rechter in te stellen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Het verstrekken van de in de artikelen 13 en 14 bedoelde informatie, en het verstrekken van de communicatie en
het treffen van de maatregelen bedoeld in de artikelen 15 tot en met 22 en artikel 34 geschieden kosteloos. Wanneer
verzoeken van een betrokkene kennelijk ongegrond of buitensporig zijn, met name vanwege hun repetitieve karakter,
mag de verwerkingsverantwoordelijke ofwel: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
een redelijke vergoeding aanrekenen in het licht van de administratieve kosten waarmee het verstrekken van de
gevraagde informatie of communicatie en het treffen van de gevraagde maatregelen gepaard gaan; ofwel |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
weigeren gevolg te geven aan het verzoek. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Onverminderd artikel 11 kan de verwerkingsverantwoordelijke, wanneer hij redenen heeft om te twijfelen aan de
identiteit van de natuurlijke persoon die het verzoek indient als bedoeld in de artikelen 15 tot en met 21, om
aanvullende informatie vragen die nodig is ter bevestiging van de identiteit van de betrokkene. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
De krachtens de artikelen 13 en 14 aan betrokkenen te verstrekken informatie mag worden verstrekt met gebruikmaking
van gestandaardiseerde iconen, om de betrokkene een nuttig overzicht, in een goed zichtbare, begrijpelijke en
duidelijk leesbare vorm, van de voorgenomen verwerking te bieden. Wanneer de iconen elektronisch worden
weergegeven, zijn ze machineleesbaar. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 92 gedelegeerde handelingen vast te stellen om te bepalen welke
informatie de iconen dienen weer te geven en via welke procedures de gestandaardiseerde iconen tot stand dienen te
komen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Afdeling 2: Informatie en toegang tot persoonsgegevens |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 13: Te verstrekken informatie wanneer persoonsgegevens bij de betrokkene worden verzameld |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer persoonsgegevens betreffende een betrokkene bij die persoon worden verzameld, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke
de betrokkene bij de verkrijging van de persoonsgegevens al de volgende informatie: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de identiteit en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger
van de verwerkingsverantwoordelijke; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
in voorkomend geval, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de verwerkingsdoeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn bestemd, alsook de rechtsgrond voor de verwerking; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, indien de verwerking op
artikel 6, lid 1, punt f), is gebaseerd; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
in voorkomend geval, de ontvangers of categorieën van ontvangers van de persoonsgegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
in voorkomend geval, dat de verwerkingsverantwoordelijke het voornemen heeft de persoonsgegevens door te geven
aan een derde land of een internationale organisatie; of er al dan niet een adequaatheidsbesluit van de Commissie
bestaat; of, in het geval van in artikel 46, artikel 47 of artikel 49, lid 1, tweede alinea, bedoelde doorgiften, welke de
passende of geschikte waarborgen zijn, hoe er een kopie van kan worden verkregen of waar ze kunnen worden
geraadpleegd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Naast de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene bij de verkrijging
van de persoonsgegevens de volgende aanvullende informatie om een behoorlijke en transparante verwerking te
waarborgen: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de periode gedurende welke de persoonsgegevens zullen worden opgeslagen, of indien dat niet mogelijk is, de criteria
ter bepaling van die termijn; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
dat de betrokkene het recht heeft de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken om inzage van en rectificatie of
wissing van de persoonsgegevens of beperking van de hem betreffende verwerking, alsmede het recht tegen de
verwerking bezwaar te maken en het recht op gegevensoverdraagbaarheid; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
wanneer de verwerking op artikel 6, lid 1, punt a), of artikel 9, lid 2, punt a), is gebaseerd, dat de betrokkene het
recht heeft de toestemming te allen tijde in te trekken, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtmatigheid van de
verwerking op basis van de toestemming vóór de intrekking daarvan; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
dat de betrokkene het recht heeft klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
of de verstrekking van persoonsgegevens een wettelijke of contractuele verplichting is dan wel een noodzakelijke
voorwaarde om een overeenkomst te sluiten, en of de betrokkene verplicht is de persoonsgegevens te verstrekken en
wat de mogelijke gevolgen zijn wanneer deze gegevens niet worden verstrekt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van de in artikel 22, leden 1 en 4, bedoelde
profilering, en, ten minste in die gevallen, nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de
verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke voornemens is de persoonsgegevens verder te verwerken voor een
ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de
betrokkene vóór die verdere verwerking informatie over dat andere doel en alle relevante verdere informatie als bedoeld
in lid 2. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De leden 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing wanneer en voor zover de betrokkene reeds over de informatie
beschikt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 14: Te verstrekken informatie wanneer de persoonsgegevens niet van de betrokkene zijn verkregen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer persoonsgegevens niet van de betrokkene zijn verkregen, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de
betrokkene de volgende informatie: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de identiteit en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger
van de verwerkingsverantwoordelijke; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
in voorkomend geval, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de verwerkingsdoeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn bestemd, en de rechtsgrond voor de verwerking; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de betrokken categorieën van persoonsgegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
in voorkomend geval, de ontvangers of categorieën van ontvangers van de persoonsgegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
in voorkomend geval, dat de verwerkingsverantwoordelijke het voornemen heeft de persoonsgegevens door te geven
aan een ontvanger in een derde land of aan een internationale organisatie; of er al dan niet een adequaatheidsbesluit
van de Commissie bestaat; of, in het geval van de in artikel 46, artikel 47 of artikel 49, lid 1, tweede alinea, bedoelde
doorgiften, welke de passende of geschikte waarborgen zijn, hoe er een kopie van kan worden verkregen of waar ze
kunnen worden geraadpleegd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Naast de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene de volgende
informatie om ten overstaan van de betrokkene een behoorlijke en transparante verwerking te waarborgen: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de periode gedurende welke de persoonsgegevens zullen worden opgeslagen, of indien dat niet mogelijk is, de criteria
om die termijn te bepalen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, indien de verwerking op
artikel 6, lid 1, punt f), is gebaseerd; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
dat de betrokkene het recht heeft de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken om inzage van en rectificatie of
wissing van persoonsgegevens of om beperking van de hem betreffende verwerking, alsmede het recht tegen
verwerking van bezwaar te maken en het recht op gegevensoverdraagbaarheid; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
wanneer verwerking op artikel 6, lid 1, punt a) of artikel 9, lid 2, punt a), is gebaseerd, dat de betrokkene het recht
heeft de toestemming te allen tijde in te trekken, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtmatigheid van de
verwerking op basis van de toestemming vóór de intrekking daarvan; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
dat de betrokkene het recht heeft klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de bron waar de persoonsgegevens vandaan komen, en in voorkomend geval, of zij afkomstig zijn van openbare
bronnen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van de in artikel 22, leden 1 en 4, bedoelde
profilering, en, ten minste in die gevallen, nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de
verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt de in de leden 1 en 2 bedoelde informatie: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
binnen een redelijke termijn, maar uiterlijk binnen één maand na de verkrijging van de persoonsgegevens, afhankelijk
van de concrete omstandigheden waarin de persoonsgegevens worden verwerkt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
indien de persoonsgegevens zullen worden gebruikt voor communicatie met de betrokkene, uiterlijk op het moment
van het eerste contact met de betrokkene; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
indien verstrekking van de gegevens aan een andere ontvanger wordt overwogen, uiterlijk op het tijdstip waarop de
persoonsgegevens voor het eerst worden verstrekt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke voornemens is de persoonsgegevens verder te verwerken voor een
ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verkregen, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de
betrokkene vóór die verdere verwerking informatie over dat andere doel en alle relevante verdere informatie als bedoeld
in lid 2. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De leden 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing wanneer en voor zover: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de betrokkene reeds over de informatie beschikt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
het verstrekken van die informatie onmogelijk blijkt of onevenredig veel inspanning zou vergen, in het bijzonder bij
verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of
statistische doeleinden, behoudens de in artikel 89, lid 1, bedoelde voorwaarden en waarborgen, of voor zover de in
lid 1 van dit artikel bedoelde verplichting de verwezenlijking van de doeleinden van die verwerking onmogelijk dreigt
te maken of ernstig in het gedrang dreigt te brengen. In dergelijke gevallen neemt de verwerkingsverantwoordelijke
passende maatregelen om de rechten, de vrijheden en de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene te
beschermen, waaronder het openbaar maken van de informatie; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
het verkrijgen of verstrekken van de gegevens uitdrukkelijk is voorgeschreven bij Unie- of lidstatelijk recht dat op de
verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is en dat recht voorziet in passende maatregelen om de gerechtvaardigde
belangen van de betrokkene te beschermen; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de persoonsgegevens vertrouwelijk moeten blijven uit hoofde van een beroepsgeheim in het kader van Unierecht of
lidstatelijke recht, waaronder een statutaire geheimhoudingsplicht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 15: Recht van inzage van de betrokkene |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De betrokkene heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke uitsluitsel te verkrijgen over het al dan niet
verwerken van hem betreffende persoonsgegevens en, wanneer dat het geval is, om inzage te verkrijgen van die
persoonsgegevens en van de volgende informatie: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de verwerkingsdoeleinden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de betrokken categorieën van persoonsgegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de ontvangers of categorieën van ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn of zullen worden verstrekt, met name
ontvangers in derde landen of internationale organisaties; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
indien mogelijk, de periode gedurende welke de persoonsgegevens naar verwachting zullen worden opgeslagen, of
indien dat niet mogelijk is, de criteria om die termijn te bepalen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
dat de betrokkene het recht heeft de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken dat persoonsgegevens worden
gerectificeerd of gewist, of dat de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens wordt beperkt, alsmede het
recht tegen die verwerking bezwaar te maken; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
dat de betrokkene het recht heeft klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
wanneer de persoonsgegevens niet bij de betrokkene worden verzameld, alle beschikbare informatie over de bron van
die gegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van de in artikel 22, leden 1 en 4, bedoelde
profilering, en, ten minste in die gevallen, nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de
verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer persoonsgegevens worden doorgegeven aan een derde land of een internationale organisatie, heeft de
betrokkene het recht in kennis te worden gesteld van de passende waarborgen overeenkomstig artikel 46 inzake de
doorgifte. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt de betrokkene een kopie van de persoonsgegevens die worden
verwerkt. Indien de betrokkene om bijkomende kopieën verzoekt, kan de verwerkingsverantwoordelijke op basis van de
administratieve kosten een redelijke vergoeding aanrekenen. Wanneer de betrokkene zijn verzoek elektronisch indient, en
niet om een andere regeling verzoekt, wordt de informatie in een gangbare elektronische vorm verstrekt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Het in lid 3 bedoelde recht om een kopie te verkrijgen, doet geen afbreuk aan de rechten en vrijheden van anderen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Afdeling 3: Rectificatie en wissing van gegevens |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 16: Recht op rectificatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De betrokkene heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke onverwijld rectificatie van hem betreffende
onjuiste persoonsgegevens te verkrijgen. Met inachtneming van de doeleinden van de verwerking heeft de betrokkene
het recht vervollediging van onvolledige persoonsgegevens te verkrijgen, onder meer door een aanvullende verklaring te
verstrekken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 17: Rcht op gegevenswissing (‘recht op vergetelheid’) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De betrokkene heeft het recht van de verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging wissing van hem
betreffende persoonsgegevens te verkrijgen en de verwerkingsverantwoordelijke is verplicht persoonsgegevens zonder
onredelijke vertraging te wissen wanneer een van de volgende gevallen van toepassing is: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de persoonsgegevens zijn niet langer nodig voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of anderszins verwerkt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de betrokkene trekt de toestemming waarop de verwerking overeenkomstig artikel 6, lid 1, punt a), of artikel 9, lid 2,
punt a), berust, in, en er is geen andere rechtsgrond voor de verwerking; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de betrokkene maakt overeenkomstig artikel 21, lid 1, bezwaar tegen de verwerking, en er zijn geen prevalerende
dwingende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking, of de betrokkene maakt bezwaar tegen de verwerking
overeenkomstig artikel 21, lid 2; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de persoonsgegevens zijn onrechtmatig verwerkt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de persoonsgegevens moeten worden gewist om te voldoen aan een in het Unierecht of het lidstatelijke recht
neergelegde wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de persoonsgegevens zijn verzameld in verband met een aanbod van diensten van de informatiemaatschappij als
bedoeld in artikel 8, lid 1. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke de persoonsgegevens openbaar heeft gemaakt en overeenkomstig lid 1
verplicht is de persoonsgegevens te wissen, neemt hij, rekening houdend met de beschikbare technologie en de uitvoeringskosten,
redelijke maatregelen, waaronder technische maatregelen, om verwerkingsverantwoordelijken die de
persoonsgegevens verwerken, ervan op de hoogte te stellen dat de betrokkene de verwerkingsverantwoordelijken heeft
verzocht om iedere koppeling naar, of kopie of reproductie van die persoonsgegevens te wissen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing voor zover verwerking nodig is: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
voor het uitoefenen van het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
voor het nakomen van een in een het Unierecht of het lidstatelijke recht neergelegde wettelijke verwerkingsverplichting
die op de verwerkingsverantwoordelijke rust, of voor het vervullen van een taak van algemeen belang of het
uitoefenen van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is verleend; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
om redenen van algemeen belang op het gebied van volksgezondheid overeenkomstig artikel 9, lid 2, punten h) en i),
en artikel 9, lid 3; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische
doeleinden overeenkomstig artikel 89, lid 1, voor zover het in lid 1 bedoelde recht de verwezenlijking van de
doeleinden van die verwerking onmogelijk dreigt te maken of ernstig in het gedrang dreigt te brengen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 18: Recht op beperking van de verwerking |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De betrokkene heeft het recht van de verwerkingsverantwoordelijke de beperking van de verwerking te verkrijgen
indien een van de volgende elementen van toepassing is: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de juistheid van de persoonsgegevens wordt betwist door de betrokkene, gedurende een periode die de verwerkingsverantwoordelijke
in staat stelt de juistheid van de persoonsgegevens te controleren; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de verwerking is onrechtmatig en de betrokkene verzet zich tegen het wissen van de persoonsgegevens en verzoekt in
de plaats daarvan om beperking van het gebruik ervan; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de verwerkingsverantwoordelijke heeft de persoonsgegevens niet meer nodig voor de verwerkingsdoeleinden, maar de
betrokkene heeft deze nodig voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de betrokkene heeft overeenkomstig artikel 21, lid 1, bezwaar gemaakt tegen de verwerking, in afwachting van het
antwoord op de vraag of de gerechtvaardigde gronden van de verwerkingsverantwoordelijke zwaarder wegen dan die
van de betrokkene. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer de verwerking op grond van lid 1 is beperkt, worden persoonsgegevens, met uitzondering van de opslag
ervan, slechts verwerkt met toestemming van de betrokkene of voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een
rechtsvordering of ter bescherming van de rechten van een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon of om
gewichtige redenen van algemeen belang voor de Unie of voor een lidstaat. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Een betrokkene die overeenkomstig lid 1 een beperking van de verwerking heeft verkregen, wordt door de verwerkingsverantwoordelijke
op de hoogte gebracht voordat de beperking van de verwerking wordt opgeheven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 19: Kennisgevingsplicht inzake rectificatie of wissing van persoonsgegevens of verwerkingsbeperking |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De verwerkingsverantwoordelijke stelt iedere ontvanger aan wie persoonsgegevens zijn verstrekt, in kennis van elke
rectificatie of wissing van persoonsgegevens of beperking van de verwerking overeenkomstig artikel 16, artikel 17, lid 1,
en artikel 18, tenzij dit onmogelijk blijkt of onevenredig veel inspanning vergt. De verwerkingsverantwoordelijke
verstrekt de betrokkene informatie over deze ontvangers indien de betrokkene hierom verzoekt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 20: Recht op overdraagbaarheid van gegevens |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De betrokkene heeft het recht de hem betreffende persoonsgegevens, die hij aan een verwerkingsverantwoordelijke
heeft verstrekt, in een gestructureerde, gangbare en machineleesbare vorm te verkrijgen, en hij heeft het recht die
gegevens aan een andere verwerkingsverantwoordelijke over te dragen, zonder daarbij te worden gehinderd door de
verwerkingsverantwoordelijke aan wie de persoonsgegevens waren verstrekt, indien: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de verwerking berust op toestemming uit hoofde van artikel 6, lid 1, punt a), of artikel 9, lid 2, punt a), of op een
overeenkomst uit hoofde van artikel 6, lid 1, punt b); en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de verwerking via geautomatiseerde procedés wordt verricht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Bij de uitoefening van zijn recht op gegevensoverdraagbaarheid uit hoofde van lid 1 heeft de betrokkene het recht
dat de persoonsgegevens, indien dit technisch mogelijk is, rechtstreeks van de ene verwerkingsverantwoordelijke naar de
andere worden doorgezonden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De uitoefening van het in lid 1 van dit artikel bedoelde recht laat artikel 17 onverlet. Dat recht geldt niet voor de
verwerking die noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de
uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is verleend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Het in lid 1 bedoelde recht doet geen afbreuk aan de rechten en vrijheden van anderen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Afdeling 4: Recht van bezwaar en geautomatiseerde individuele besluitvorming |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 21: Recht van bezwaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De betrokkene heeft te allen tijde het recht om vanwege met zijn specifieke situatie verband houdende redenen
bezwaar te maken tegen de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens op basis van artikel 6, lid 1, onder e)
of f), van artikel 6, lid 1, met inbegrip van profilering op basis van die bepalingen. De verwerkingsverantwoordelijke
staakt de verwerking van de persoonsgegevens tenzij hij dwingende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking
aanvoert die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de betrokkene of die verband houden met de
instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer persoonsgegevens ten behoeve van direct marketing worden verwerkt, heeft de betrokkene te allen tijde
het recht bezwaar te maken tegen de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens voor dergelijke marketing, met
inbegrip van profilering die betrekking heeft op direct marketing. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Wanneer de betrokkene bezwaar maakt tegen verwerking ten behoeve van direct marketing, worden de persoonsgegevens
niet meer voor deze doeleinden verwerkt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Het in de leden 1 en 2 bedoelde recht wordt uiterlijk op het moment van het eerste contact met de betrokkene
uitdrukkelijk onder de aandacht van de betrokkene gebracht en duidelijk en gescheiden van enige andere informatie
weergegeven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
In het kader van het gebruik van diensten van de informatiemaatschappij, en niettegenstaande Richtlijn
2002/58/EG, mag de betrokkene zijn recht van bezwaar uitoefenen via geautomatiseerde procedés waarbij wordt
gebruikgemaakt van technische specificaties. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Wanneer persoonsgegevens overeenkomstig artikel 89, lid 1, met het oog op wetenschappelijk of historisch
onderzoek of statistische doeleinden worden verwerkt, heeft de betrokkene het recht om met zijn specifieke situatie
verband houdende redenen bezwaar te maken tegen de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens, tenzij de
verwerking noodzakelijk is voor de uitvoering van een taak van algemeen belang. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 22: Geautomatiseerde individuele besluitvorming, waaronder profilering |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De betrokkene heeft het recht niet te worden onderworpen aan een uitsluitend op geautomatiseerde verwerking,
waaronder profilering, gebaseerd besluit waaraan voor hem rechtsgevolgen zijn verbonden of dat hem anderszins in
aanmerkelijke mate treft |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Lid 1 geldt niet indien het besluit: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
noodzakelijk is voor de totstandkoming of de uitvoering van een overeenkomst tussen de betrokkene en een verwerkingsverantwoordelijke; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
is toegestaan bij een Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepaling die op de verwerkingsverantwoordelijke van
toepassing is en die ook voorziet in passende maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden en gerechtvaardigde
belangen van de betrokkene; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
berust op de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
In de in lid 2, punten a) en c), bedoelde gevallen treft de verwerkingsverantwoordelijke passende maatregelen ter
bescherming van de rechten en vrijheden en gerechtvaardigde belangen van de betrokkene, waaronder ten minste het
recht op menselijke tussenkomst van de verwerkingsverantwoordelijke, het recht om zijn standpunt kenbaar te maken
en het recht om het besluit aan te vechten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De in lid 2 bedoelde besluiten worden niet gebaseerd op de in artikel 9, lid 1, bedoelde bijzondere categorieën van
persoonsgegevens, tenzij artikel 9, lid 2, punt a) of g), van toepassing is en er passende maatregelen ter bescherming van
de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene zijn getroffen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 5: BEPERKINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 23: Beperkingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De reikwijdte van de verplichtingen en rechten als bedoeld in de artikelen 12 tot en met 22 en artikel 34, alsmede
in artikel 5 kan, voor zover de bepalingen van die artikelen overeenstemmen met de rechten en verplichtingen als
bedoeld in de artikelen 12 tot en met 20, worden beperkt door middel van Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke
bepalingen die op de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker van toepassing zijn, op voorwaarde dat die
beperking de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden onverlet laat en in een democratische
samenleving een noodzakelijke en evenredige maatregel is ter waarborging van: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de nationale veiligheid; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
landsverdediging; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de openbare veiligheid; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van
straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
andere belangrijke doelstellingen van algemeen belang van de Unie of van een lidstaat, met name een belangrijk
economisch of financieel belang van de Unie of van een lidstaat, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale
aangelegenheden, volksgezondheid en sociale zekerheid; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van schendingen van de beroepscodes voor gereglementeerde
beroepen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
een taak op het gebied van toezicht, inspectie of regelgeving die verband houdt, al is het incidenteel, met de
uitoefening van het openbaar gezag in de in de punten a), tot en met e) en punt g) bedoelde gevallen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(i) |
de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(j) |
de inning van civielrechtelijke vorderingen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De in lid 1 bedoelde wettelijke maatregelen bevatten met name specifieke bepalingen met betrekking tot, in
voorkomend geval, ten minste: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de doeleinden van de verwerking of van de categorieën van verwerking, |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de categorieën van persoonsgegevens, |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
het toepassingsgebied van de ingevoerde beperkingen, |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de waarborgen ter voorkoming van misbruik of onrechtmatige toegang of doorgifte, |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de specificatie van de verwerkingsverantwoordelijke of de categorieën van verwerkingsverantwoordelijken, |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de opslagperiodes en de toepasselijke waarborgen, rekening houdend met de aard, de omvang en de doeleinden van
de verwerking of van de categorieën van verwerking, |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
de risico's voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen, en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
het recht van betrokkenen om van de beperking op de hoogte te worden gesteld, tenzij dit afbreuk kan doen aan het
doel van de beperking. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK IV: VERWERKINGSVERANTWOORDELIJKE EN VERWERKER |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 1: ALGEMENE VERPLICHTINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 24: Verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Rekening houdend met de aard, de omvang, de context en het doel van de verwerking, alsook met de qua
waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen, treft de verwerkingsverantwoordelijke
passende technische en organisatorische maatregelen om te waarborgen en te kunnen aantonen
dat de verwerking in overeenstemming met deze verordening wordt uitgevoerd. Die maatregelen worden geëvalueerd en
indien nodig geactualiseerd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
. Wanneer zulks in verhouding staat tot de verwerkingsactiviteiten, omvatten de in lid 1 bedoelde maatregelen een
passend gegevensbeschermingsbeleid dat door de verwerkingsverantwoordelijke wordt uitgevoerd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Het aansluiten bij goedgekeurde gedragscodes als bedoeld in artikel 40 of goedgekeurde certificeringsmechanismen
als bedoeld in artikel 42 kan worden gebruikt als element om aan te tonen dat de verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke
zijn nagekomen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 25: Gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, en de aard, de omvang, de context en het
doel van de verwerking alsook met de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en
vrijheden van natuurlijke personen welke aan de verwerking zijn verbonden, treft de verwerkingsverantwoordelijke,
zowel bij de bepaling van de verwerkingsmiddelen als bij de verwerking zelf, passende technische en organisatorische
maatregelen, zoals pseudonimisering, die zijn opgesteld met als doel de gegevensbeschermingsbeginselen, zoals minimale
gegevensverwerking, op een doeltreffende manier uit te voeren en de nodige waarborgen in de verwerking in te bouwen
ter naleving van de voorschriften van deze verordening en ter bescherming van de rechten van de betrokkenen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De verwerkingsverantwoordelijke treft passende technische en organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen
dat in beginsel alleen persoonsgegevens worden verwerkt die noodzakelijk zijn voor elk specifiek doel van de
verwerking. Die verplichting geldt voor de hoeveelheid verzamelde persoonsgegevens, de mate waarin zij worden
verwerkt, de termijn waarvoor zij worden opgeslagen en de toegankelijkheid daarvan. Deze maatregelen zorgen met
name ervoor dat persoonsgegevens in beginsel niet zonder menselijke tussenkomst voor een onbeperkt aantal
natuurlijke personen toegankelijk worden gemaakt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Een overeenkomstig artikel 42 goedgekeurd certificeringsmechanisme kan worden gebruikt als element om aan te
tonen dat aan de voorschriften van de leden 1 en 2 van dit artikel is voldaan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 26: Gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer twee of meer verwerkingsverantwoordelijken gezamenlijk de doeleinden en middelen van de verwerking
bepalen, zijn zij gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken. Zij stellen op transparante wijze hun respectieve verantwoordelijkheden
voor de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening vast, met name met
betrekking tot de uitoefening van de rechten van de betrokkene en hun respectieve verplichtingen om de in de
artikelen 13 en 14 bedoelde informatie te verstrekken, door middel van een onderlinge regeling, tenzij en voor zover de
respectieve verantwoordelijkheden van de verwerkingsverantwoordelijken zijn vastgesteld bij een Unierechtelijke of
lidstaatrechtelijke bepaling die op de verwerkingsverantwoordelijken van toepassing is. In de regeling kan een
contactpunt voor betrokkenen worden aangewezen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Uit de in lid 1 bedoelde regeling blijkt duidelijk welke rol de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken respectievelijk
vervullen, en wat hun respectieve verhouding met de betrokkenen is. De wezenlijke inhoud van de regeling wordt
aan de betrokkene beschikbaar gesteld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Ongeacht de voorwaarden van de in lid 1 bedoelde regeling, kan de betrokkene zijn rechten uit hoofde van deze
verordening met betrekking tot en jegens iedere verwerkingsverantwoordelijke uitoefenen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 27: Vertegenwoordigers van niet in de Unie gevestigde verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer artikel 3, lid 2, van toepassing is, wijst de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker schriftelijk een
vertegenwoordiger in de Unie aan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De verplichting vervat in lid 1 van dit artikel geldt niet voor: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
incidentele verwerking die geen grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens als
bedoeld in artikel 9, lid 1, betreft noch verwerking van persoonsgegevens die verband houden met strafrechtelijke
veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10, en waarbij de kans gering is dat zij een risico inhoudt
voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen, rekening houdend met de aard, de context, de omvang en de
verwerkingsdoeleinden; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
een overheidsinstantie of overheidsorgaan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De vertegenwoordiger is gevestigd in een van de lidstaten waar zich de betrokkenen bevinden wier persoonsgegevens
in verband met het hun aanbieden van goederen of diensten worden verwerkt, of wier gedrag wordt
geobserveerd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Teneinde de naleving van deze verordening te waarborgen, wordt de vertegenwoordiger door de verwerkingsverantwoordelijke
of de verwerker gemachtigd om naast hem of in zijn plaats te worden benaderd, meer bepaald door de
toezichthoudende autoriteiten en betrokkenen, over alle met de verwerking verband houdende aangelegenheden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Het feit dat de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker een vertegenwoordiger aanwijzen, doet niet af aan de
mogelijkheid om tegen de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker zelf vorderingen in te stellen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 28: Verwerker |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer een verwerking namens een verwerkingsverantwoordelijke wordt verricht, doet de verwerkingsverantwoordelijke
uitsluitend een beroep op verwerkers die afdoende garanties met betrekking tot het toepassen van passende
technische en organisatorische maatregelen bieden opdat de verwerking aan de vereisten van deze verordening voldoet
en de bescherming van de rechten van de betrokkene is gewaarborgd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De verwerker neemt geen andere verwerker in dienst zonder voorafgaande specifieke of algemene schriftelijke
toestemming van de verwerkingsverantwoordelijke. In het geval van algemene schriftelijke toestemming licht de
verwerker de verwerkingsverantwoordelijke in over beoogde veranderingen inzake de toevoeging of vervanging van
andere verwerkers, waarbij de verwerkingsverantwoordelijke de mogelijkheid wordt geboden tegen deze veranderingen
bezwaar te maken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De verwerking door een verwerker wordt geregeld in een overeenkomst of andere rechtshandeling krachtens het
Unierecht of het lidstatelijke recht die de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke bindt, en waarin
het onderwerp en de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het soort persoonsgegevens en de
categorieën van betrokkenen, en de rechten en verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven.
Die overeenkomst of andere rechtshandeling bepaalt met name dat de verwerker: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de persoonsgegevens uitsluitend verwerkt op basis van schriftelijke instructies van de verwerkingsverantwoordelijke,
onder meer met betrekking tot doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie,
tenzij een op de verwerker van toepassing zijnde Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepaling hem tot verwerking
verplicht; in dat geval stelt de verwerker de verwerkingsverantwoordelijke, voorafgaand aan de verwerking, in kennis
van dat wettelijk voorschrift, tenzij die wetgeving deze kennisgeving om gewichtige redenen van algemeen belang
verbiedt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
waarborgt dat de tot het verwerken van de persoonsgegevens gemachtigde personen zich ertoe hebben verbonden
vertrouwelijkheid in acht te nemen of door een passende wettelijke verplichting van vertrouwelijkheid zijn gebonden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
alle overeenkomstig artikel 32 vereiste maatregelen neemt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
aan de in de leden 2 en 4 bedoelde voorwaarden voor het in dienst nemen van een andere verwerker voldoet; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
rekening houdend met de aard van de verwerking, de verwerkingsverantwoordelijke door middel van passende
technische en organisatorische maatregelen, voor zover mogelijk, bijstand verleent bij het vervullen van diens plicht
om verzoeken om uitoefening van de in hoofdstuk III vastgestelde rechten van de betrokkene te beantwoorden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
rekening houdend met de aard van de verwerking en de hem ter beschikking staande informatie de verwerkingsverantwoordelijke
bijstand verleent bij het doen nakomen van de verplichtingen uit hoofde van de artikelen 32 tot en
met 36; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
na afloop van de verwerkingsdiensten, naargelang de keuze van de verwerkingsverantwoordelijke, alle persoonsgegevens
wist of deze aan hem terugbezorgt, en bestaande kopieën verwijdert, tenzij opslag van de persoonsgegevens
Unierechtelijk of lidstaatrechtelijk is verplicht; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
de verwerkingsverantwoordelijke alle informatie ter beschikking stelt die nodig is om de nakoming van de in dit
artikel neergelegde verplichtingen aan te tonen en audits, waaronder inspecties, door de verwerkingsverantwoordelijke
of een door de verwerkingsverantwoordelijke gemachtigde controleur mogelijk maakt en eraan bijdraagt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Waar het gaat om de eerste alinea, punt h), stelt de verwerker de verwerkingsverantwoordelijke onmiddellijk in kennis
indien naar zijn mening een instructie inbreuk oplevert op deze verordening of op andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke
bepalingen inzake gegevensbescherming. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer een verwerker een andere verwerker in dienst neemt om voor rekening van de verwerkingsverantwoordelijke
specifieke verwerkingsactiviteiten te verrichten, worden aan deze andere verwerker bij een overeenkomst of een
andere rechtshandeling krachtens Unierecht of lidstatelijk recht dezelfde verplichtingen inzake gegevensbescherming
opgelegd als die welke in de in lid 3 bedoelde overeenkomst of andere rechtshandeling tussen de verwerkingsverantwoordelijke
en de verwerker zijn opgenomen, met name de verplichting afdoende garanties met betrekking tot het toepassen
van passende technische en organisatorische maatregelen te bieden opdat de verwerking aan het bepaalde in deze
verordening voldoet. Wanneer de andere verwerker zijn verplichtingen inzake gegevensbescherming niet nakomt, blijft
de eerste verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke volledig aansprakelijk voor het nakomen van de
verplichtingen van die andere verwerker. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Het aansluiten bij een goedgekeurde gedragscode als bedoeld in artikel 40 of een goedgekeurd certificeringsmechanisme
als bedoeld in artikel 42 kan worden gebruikt als element om aan te tonen dat voldoende garanties als
bedoeld in de leden 1 en 4 van dit artikel worden geboden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Onverminderd een individuele overeenkomst tussen de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker kan de in de
leden 3 en 4 van dit artikel bedoelde overeenkomst of andere rechtshandeling geheel of ten dele gebaseerd zijn op de in
de leden 7 en 8 van dit artikel bedoelde standaardcontractbepalingen, ook indien zij deel uitmaken van de certificering
die door een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker uit hoofde van de artikelen 42 en 43 is verleend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
De Commissie kan voor de in de leden 3 en 4 van dit artikel genoemde aangelegenheden en volgens de in
artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure standaardcontractbepalingen vaststellen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Een toezichthoudende autoriteit kan voor de in de leden 3 en 4 van dit artikel genoemde aangelegenheden en
volgens het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme standaardcontractbepalingen opstellen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
De in de leden 3 en 4 bedoelde overeenkomst of andere rechtshandeling wordt in schriftelijke vorm, waaronder
elektronische vorm, opgesteld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
Indien een verwerker in strijd met deze verordening de doeleinden en middelen van een verwerking bepaalt,
wordt die verwerker onverminderd de artikelen 82, 83 en 84 met betrekking tot die verwerking als de verwerkingsverantwoordelijke
beschouwd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 29: Verwerking onder gezag van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De verwerker en eenieder die onder het gezag van de verwerkingsverantwoordelijke of van de verwerker handelt en
toegang heeft tot persoonsgegevens, verwerkt deze uitsluitend in opdracht van de verwerkingsverantwoordelijke, tenzij
hij Unierechtelijk of lidstaatrechtelijk tot de verwerking gehouden is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 30: Register van de verwerkingsactiviteiten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Elke verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke
houdt een register van de verwerkingsactiviteiten die onder hun verantwoordelijkheid plaatsvinden. Dat register
bevat alle volgende gegevens: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de naam en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en eventuele gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken,
en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke en van de
functionaris voor gegevensbescherming; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de verwerkingsdoeleinden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
een beschrijving van de categorieën van betrokkenen en van de categorieën van persoonsgegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de categorieën van ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn of zullen worden verstrekt, onder meer ontvangers
in derde landen of internationale organisaties; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
indien van toepassing, doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie, met
inbegrip van de vermelding van dat derde land of die internationale organisatie en, in geval van de in artikel 49,
lid 1, tweede alinea, bedoelde doorgiften, de documenten inzake de passende waarborgen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
indien mogelijk, de beoogde termijnen waarbinnen de verschillende categorieën van gegevens moeten worden gewist; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
indien mogelijk, een algemene beschrijving van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen als bedoeld
in artikel 32, lid 1. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De verwerker, en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger van de verwerker houdt een register van alle
categorieën van verwerkingsactiviteiten die zij ten behoeve van een verwerkingsverantwoordelijke hebben verricht. Dit
register bevat de volgende gegevens: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de naam en de contactgegevens van de verwerkers en van iedere verwerkingsverantwoordelijke voor rekening
waarvan de verwerker handelt, en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke
of de verwerker en van de functionaris voor gegevensbescherming; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de categorieën van verwerkingen die voor rekening van iedere verwerkingsverantwoordelijke zijn uitgevoerd; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
indien van toepassing, doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie, onder
vermelding van dat derde land of die internationale organisatie en, in geval van de in artikel 49, lid 1, tweede alinea,
bedoelde doorgiften, de documenten inzake de passende waarborgen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
indien mogelijk, een algemene beschrijving van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen als bedoeld
in artikel 32, lid 1. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Het in de leden 1 en 2 bedoelde register is in schriftelijke vorm, waaronder in elektronische vorm, opgesteld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Desgevraagd stellen de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger
van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker het register ter beschikking van de toezichthoudende
autoriteit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De in de leden 1 en 2 bedoelde verplichtingen zijn niet van toepassing op ondernemingen of organisaties die
minder dan 250 personen in dienst hebben, tenzij het waarschijnlijk is dat de verwerking die zij verrichten een risico
inhoudt voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen, de verwerking niet incidenteel is, of de verwerking bijzondere
categorieën van gegevens, als bedoeld in artikel 9, lid 1, of persoonsgegevens in verband met strafrechtelijke veroordelingen
en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10 betreft. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 31: Medewerking met de toezichthoudende autoriteiten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker en, in voorkomend geval, hun vertegenwoordigers, werken
desgevraagd samen met de toezichthoudende autoriteit bij het vervullen van haar taken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 2: PERSOONSGEGEVENSBEVEILIGING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 32: Beveiliging van de verwerking |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context
en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden
van personen, treffen de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker passende technische en organisatorische
maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen, die, waar passend, onder meer het
volgende omvatten: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de pseudonimisering en versleuteling van persoonsgegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
het vermogen om op permanente basis de vertrouwelijkheid, integriteit, beschikbaarheid en veerkracht van de verwerkingssystemen
en diensten te garanderen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
het vermogen om bij een fysiek of technisch incident de beschikbaarheid van en de toegang tot de persoonsgegevens
tijdig te herstellen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
een procedure voor het op gezette tijdstippen testen, beoordelen en evalueren van de doeltreffendheid van de
technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van de verwerking. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Bij de beoordeling van het passende beveiligingsniveau wordt met name rekening gehouden met de verwerkingsrisico's,
vooral als gevolg van de vernietiging, het verlies, de wijziging of de ongeoorloofde verstrekking van of ongeoorloofde
toegang tot doorgezonden, opgeslagen of anderszins verwerkte gegevens, hetzij per ongeluk hetzij onrechtmatig. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Het aansluiten bij een goedgekeurde gedragscode als bedoeld in artikel 40 of een goedgekeurd certificeringsmechanisme
als bedoeld in artikel 42 kan worden gebruikt als element om aan te tonen dat dat de in lid 1 van dit artikel
bedoelde vereisten worden nageleefd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker treffen maatregelen om ervoor te zorgen dat iedere natuurlijke
persoon die handelt onder het gezag van de verwerkingsverantwoordelijke of van de verwerker en toegang heeft tot
persoonsgegevens, deze slechts in opdracht van de verwerkingsverantwoordelijke verwerkt, tenzij hij daartoe Unierechtelijk
of lidstaatrechtelijk is gehouden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 33: Melding van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de toezichthoudende autoriteit |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Indien een inbreuk in verband met persoonsgegevens heeft plaatsgevonden, meldt de verwerkingsverantwoordelijke
deze zonder onredelijke vertraging en, indien mogelijk, uiterlijk 72 uur nadat hij er kennis van heeft genomen, aan de
overeenkomstig artikel 55 bevoegde toezichthoudende autoriteit, tenzij het niet waarschijnlijk is dat de inbreuk in
verband met persoonsgegevens een risico inhoudt voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen. Indien de
melding aan de toezichthoudende autoriteit niet binnen 72 uur plaatsvindt, gaat zij vergezeld van een motivering voor
de vertraging. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De verwerker informeert de verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging zodra hij kennis heeft
genomen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
In de in lid 1 bedoelde melding wordt ten minste het volgende omschreven of meegedeeld: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens, waar mogelijk onder vermelding van de categorieën van
betrokkenen en persoonsgegevensregisters in kwestie en, bij benadering, het aantal betrokkenen en persoonsgegevensregisters
in kwestie; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de naam en de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming of een ander contactpunt waar meer
informatie kan worden verkregen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de waarschijnlijke gevolgen van de inbreuk in verband met persoonsgegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de maatregelen die de verwerkingsverantwoordelijke heeft voorgesteld of genomen om de inbreuk in verband met
persoonsgegevens aan te pakken, waaronder, in voorkomend geval, de maatregelen ter beperking van de eventuele
nadelige gevolgen daarvan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Indien en voor zover het niet mogelijk is om alle informatie gelijktijdig te verstrekken, kan de informatie zonder
onredelijke vertraging in stappen worden verstrekt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De verwerkingsverantwoordelijke documenteert alle inbreuken in verband met persoonsgegevens, met inbegrip van
de feiten omtrent de inbreuk in verband met persoonsgegevens, de gevolgen daarvan en de genomen corrigerende
maatregelen. Die documentatie stelt de toezichthoudende autoriteit in staat de naleving van dit artikel te controleren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 34: Mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer de inbreuk in verband met persoonsgegevens waarschijnlijk een hoog risico inhoudt voor de rechten en
vrijheden van natuurlijke personen, deelt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene de inbreuk in verband met
persoonsgegevens onverwijld mee. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De in lid 1 van dit artikel bedoelde mededeling aan de betrokkene bevat een omschrijving, in duidelijke en
eenvoudige taal, van de aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens en ten minste de in artikel 33, lid 3,
onder b), c) en d), bedoelde gegevens en maatregelen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De in lid 1 bedoelde mededeling aan de betrokkene is niet vereist wanneer een van de volgende voorwaarden is
vervuld: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de verwerkingsverantwoordelijke heeft passende technische en organisatorische beschermingsmaatregelen genomen
en deze maatregelen zijn toegepast op de persoonsgegevens waarop de inbreuk in verband met persoonsgegevens
betrekking heeft, met name die welke de persoonsgegevens onbegrijpelijk maken voor onbevoegden, zoals versleuteling;
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de verwerkingsverantwoordelijke heeft achteraf maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat het in lid 1 bedoelde
hoge risico voor de rechten en vrijheden van betrokkenen zich waarschijnlijk niet meer zal voordoen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de mededeling zou onevenredige inspanningen vergen. In dat geval komt er in de plaats daarvan een openbare
mededeling of een soortgelijke maatregel waarbij betrokkenen even doeltreffend worden geïnformeerd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Indien de verwerkingsverantwoordelijke de inbreuk in verband met persoonsgegevens nog niet aan de betrokkene
heeft gemeld, kan de toezichthoudende autoriteit, na beraad over de kans dat de inbreuk in verband met persoonsgegevens
een hoog risico met zich meebrengt, de verwerkingsverantwoordelijke daartoe verplichten of besluiten dat aan
een van de in lid 3 bedoelde voorwaarden is voldaan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 3: GEGEVENSBESCHERMINGSEFFECTBEOORDELING EN VOORAFGAANDE RAADPLEGING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 35: Gegevensbeschermingseffectbeoordeling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer een soort verwerking, in het bijzonder een verwerking waarbij nieuwe technologieën worden gebruikt,
gelet op de aard, de omvang, de context en de doeleinden daarvan waarschijnlijk een hoog risico inhoudt voor de
rechten en vrijheden van natuurlijke personen voert de verwerkingsverantwoordelijke vóór de verwerking een
beoordeling uit van het effect van de beoogde verwerkingsactiviteiten op de bescherming van persoonsgegevens. Eén
beoordeling kan een reeks vergelijkbare verwerkingen bestrijken die vergelijkbare hoge risico's inhouden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer een functionaris voor gegevensbescherming is aangewezen, wint de verwerkingsverantwoordelijke bij het
uitvoeren van een gegevensbeschermingseffectbeoordeling diens advies in. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Een gegevensbeschermingseffectbeoordeling als bedoeld in lid 1 is met name vereist in de volgende gevallen: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
een systematische en uitgebreide beoordeling van persoonlijke aspecten van natuurlijke personen, die is gebaseerd op
geautomatiseerde verwerking, waaronder profilering, en waarop besluiten worden gebaseerd waaraan voor de
natuurlijke persoon rechtsgevolgen zijn verbonden of die de natuurlijke persoon op vergelijkbare wijze wezenlijk
treffen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 9, lid 1, of van
gegevens met betrekking tot strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
stelselmatige en grootschalige monitoring van openbaar toegankelijke ruimten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De toezichthoudende autoriteit stelt een lijst op van het soort verwerkingen waarvoor een gegevensbeschermingseffectbeoordeling
overeenkomstig lid 1 verplicht is, en maakt deze openbaar. De toezichthoudende autoriteit deelt die
lijsten mee aan het in artikel 68 bedoelde Comité. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De toezichthoudende autoriteit kan ook een lijst opstellen en openbaar maken van het soort verwerking waarvoor
geen gegevensbeschermingseffectbeoordeling is vereist. De toezichthoudende autoriteit deelt deze lijst mee aan het
Comité.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Wanneer de in de leden 4 en 5 bedoelde lijsten betrekking hebben op verwerkingen met betrekking tot het
aanbieden van goederen of diensten aan betrokkenen of op het observeren van hun gedrag in verschillende lidstaten, of
op verwerkingen die het vrije verkeer van persoonsgegevens in de Unie wezenlijk kunnen beïnvloeden, past de bevoegde
toezichthoudende autoriteit voorafgaand aan de vaststelling van die lijsten het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme
toe. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
De beoordeling bevat ten minste: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
een systematische beschrijving van de beoogde verwerkingen en de verwerkingsdoeleinden, waaronder, in
voorkomend geval, de gerechtvaardigde belangen die door de verwerkingsverantwoordelijke worden behartigd; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
een beoordeling van de noodzaak en de evenredigheid van de verwerkingen met betrekking tot de doeleinden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
een beoordeling van de in lid 1 bedoelde risico's voor de rechten en vrijheden van betrokkenen; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de beoogde maatregelen om de risico's aan te pakken, waaronder waarborgen, veiligheidsmaatregelen en
mechanismen om de bescherming van persoonsgegevens te garanderen en om aan te tonen dat aan deze verordening
is voldaan, met inachtneming van de rechten en gerechtvaardigde belangen van de betrokkenen en andere personen
in kwestie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Bij het beoordelen van het effect van de door een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker verrichte
verwerkingen, en met name ter wille van een gegevensbeschermingseffectbeoordeling, wordt de naleving van de in
artikel 40 bedoelde goedgekeurde gedragscodes naar behoren in aanmerking genomen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
De verwerkingsverantwoordelijke vraagt in voorkomend geval de betrokkenen of hun vertegenwoordigers naar hun
mening over de voorgenomen verwerking, met inachtneming van de bescherming van commerciële of algemene
belangen of de beveiliging van verwerkingen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
Wanneer verwerking uit hoofde van artikel 6, lid 1, onder c) of e), haar rechtsgrond heeft in het Unierecht of in
het recht van de lidstaat dat op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is, de specifieke verwerking of geheel
van verwerkingen in kwestie daarbij wordt geregeld, en er reeds als onderdeel van een algemene effectbeoordeling in het
kader van de vaststelling van deze rechtsgrond een gegevensbeschermingseffectbeoordeling is uitgevoerd, zijn de leden 1
tot en met 7 niet van toepassing, tenzij de lidstaten het noodzakelijk achten om voorafgaand aan de verwerkingen een
dergelijke beoordeling uit te voeren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11. |
Indien nodig verricht de verwerkingsverantwoordelijke een toetsing om te beoordelen of de verwerking overeenkomstig
de gegevensbeschermingseffectbeoordeling wordt uitgevoerd, zulks ten minste wanneer sprake is van een
verandering van het risico dat de verwerkingen inhouden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 36: Voorafgaande raadpleging |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer uit een gegevensbeschermingseffectbeoordeling krachtens artikel 35 blijkt dat de verwerking een hoog
risico zou opleveren indien de verwerkingsverantwoordelijke geen maatregelen neemt om het risico te beperken,
raadpleegt de verwerkingsverantwoordelijke voorafgaand aan de verwerking de toezichthoudende autoriteit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer de toezichthoudende autoriteit van oordeel is dat de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerking inbreuk
zou maken op deze verordening, met name wanneer de verwerkingsverantwoordelijke het risico onvoldoende heeft
onderkend of beperkt, geeft de toezichthoudende autoriteit binnen een maximumtermijn van acht weken na de
ontvangst van het verzoek om raadpleging schriftelijk advies aan de verwerkingsverantwoordelijke en in voorkomend
geval aan de verwerker, en mag zij al haar in artikel 58 bedoelde bevoegdheden uitoefenen. Die termijn kan, naargelang
de complexiteit van de voorgenomen verwerking, met zes weken worden verlengd. Bij een dergelijke verlenging stelt de
toezichthoudende autoriteit de verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, de verwerker binnen een maand
na ontvangst van het verzoek om raadpleging in kennis van onder meer de redenen voor de vertraging. Die termijnen
kunnen worden opgeschort totdat de toezichthoudende autoriteit informatie heeft verkregen waarom zij met het oog op
de raadpleging heeft verzocht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke de toezichthoudende autoriteit uit hoofde van lid 1 raadpleegt, verstrekt
hij haar informatie over: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
indien van toepassing, de respectieve verantwoordelijkheden van de verwerkingsverantwoordelijke, bij de verwerking
betrokken gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers, in het bijzonder voor verwerking binnen een
concern; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de doeleinden en de middelen van de voorgenomen verwerking; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de maatregelen en waarborgen die worden geboden ter bescherming van de rechten en vrijheden van betrokkenen uit
hoofde van deze verordening; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
indien van toepassing, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de gegevensbeschermingseffectbeoordeling waarin bij artikel 35 is voorzien; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
alle andere informatie waar de toezichthoudende autoriteit om verzoekt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De lidstaten raadplegen de toezichthoudende autoriteit bij het opstellen van een voorstel voor een door een
nationaal parlement vast te stellen wetgevingsmaatregel, of een daarop gebaseerde regelgevingsmaatregel in verband met
verwerking. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Niettegenstaande lid 1 kunnen de verwerkingsverantwoordelijken lidstaatrechtelijk ertoe worden verplicht overleg
met de toezichthoudende autoriteit te plegen en om haar voorafgaande toestemming te verzoeken wanneer zij met het
oog op de vervulling van een taak van algemeen belang verwerken, onder meer wanneer verwerking verband houdt met
sociale bescherming en volksgezondheid. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 4: FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 37: Aanwijzing van de functionaris voor gegevensbescherming |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker wijzen een functionaris voor gegevensbescherming aan in elk
geval waarin: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de verwerking wordt verricht door een overheidsinstantie of overheidsorgaan, behalve in het geval van gerechten bij
de uitoefening van hun rechterlijke taken; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
een verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker hoofdzakelijk is belast met verwerkingen die vanwege hun aard,
hun omvang en/of hun doeleinden regelmatige en stelselmatige observatie op grote schaal van betrokkenen vereisen;
of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker hoofdzakelijk is belast met grootschalige verwerking van bijzondere
categorieën van gegevens uit hoofde van artikel 9 en van persoonsgegevens met betrekking tot strafrechtelijke veroordelingen
en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Een concern kan één functionaris voor gegevensbescherming benoemen, mits de functionaris voor gegevensbescherming
vanuit elke vestiging makkelijk te contacteren is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker een overheidsinstantie of overheidsorgaan is, kan één
functionaris voor gegevensbescherming worden aangewezen voor verschillende dergelijke instanties of organen, met
inachtneming van hun organisatiestructuur en omvang. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
In andere dan de in lid 1 bedoelde gevallen kunnen of, indien dat Unierechtelijk of lidstaatrechtelijk is verplicht,
moeten de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker of verenigingen en andere organen die categorieën van verwerkingsverantwoordelijken
of verwerkers vertegenwoordigen, een functionaris voor gegevensbescherming aanwijzen. De
functionaris voor gegevensbescherming kan optreden voor dergelijke verenigingen en andere organen die categorieën
van verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers vertegenwoordigen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De functionaris voor gegevensbescherming wordt aangewezen op grond van zijn professionele kwaliteiten en, in
het bijzonder, zijn deskundigheid op het gebied van de wetgeving en de praktijk inzake gegevensbescherming en zijn
vermogen de in artikel 39 bedoelde taken te vervullen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
De functionaris voor gegevensbescherming kan een personeelslid van de verwerkingsverantwoordelijke of de
verwerker zijn, of kan de taken op grond van een dienstverleningsovereenkomst verrichten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
De verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker maakt de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming
bekend en deelt die mee aan de toezichthoudende autoriteit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 38: Positie van de functionaris voor gegevensbescherming |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker zorgen ervoor dat de functionaris voor gegevensbescherming
naar behoren en tijdig wordt betrokken bij alle aangelegenheden die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker ondersteunen de functionaris voor gegevensbescherming bij de
vervulling van de in artikel 39 bedoelde taken door hem toegang te verschaffen tot persoonsgegevens en verwerkingsactiviteiten
en door hem de benodigde middelen ter beschikking te stellen voor het vervullen van deze taken en het in
stand houden van zijn deskundigheid. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker zorgen ervoor dat de functionaris voor gegevensbescherming
geen instructies ontvangt met betrekking tot de uitvoering van die taken. Hij wordt door de verwerkingsverantwoordelijke
of de verwerker niet ontslagen of gestraft voor de uitvoering van zijn taken. De functionaris voor gegevensbescherming
brengt rechtstreeks verslag uit aan de hoogste leidinggevende van de verwerkingsverantwoordelijke of de
verwerker. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Betrokkenen kunnen met de functionaris voor gegevensbescherming contact opnemen over alle aangelegenheden
die verband houden met de verwerking van hun gegevens en met de uitoefening van hun rechten uit hoofde van deze
verordening. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De functionaris voor gegevensbescherming is met betrekking tot de uitvoering van zijn taken overeenkomstig het
Unierecht of het lidstatelijk recht tot geheimhouding of vertrouwelijkheid gehouden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
De functionaris voor gegevensbescherming kan andere taken en plichten vervullen. De verwerkingsverantwoordelijke
of de verwerker zorgt ervoor dat deze taken of plichten niet tot een belangenconflict leiden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 39: Taken van de functionaris voor gegevensbescherming |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De functionaris voor gegevensbescherming vervult ten minste de volgende taken: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en de werknemers die verwerken, informeren en adviseren over
hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening en andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen;
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
toezien op naleving van deze verordening, van andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen
en van het beleid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker met betrekking tot de bescherming
van persoonsgegevens, met inbegrip van de toewijzing van verantwoordelijkheden, bewustmaking en opleiding van
het bij de verwerking betrokken personeel en de betreffende audits; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
desgevraagd advies verstrekken met betrekking tot de gegevensbeschermingseffect-beoordeling en toezien op de
uitvoering daarvan in overeenstemming met artikel 35; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
met de toezichthoudende autoriteit samenwerken; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
optreden als contactpunt voor de toezichthoudende autoriteit inzake met verwerking verband houdende aangelegenheden,
met inbegrip van de in artikel 36 bedoelde voorafgaande raadpleging, en, waar passend, overleg plegen
over enige andere aangelegenheid. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De functionaris voor gegevensbescherming houdt bij de uitvoering van zijn taken naar behoren rekening met het
aan verwerkingen verbonden risico, en met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 5: GEDRAGSCODES EN CERTIFICERING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 40: Gedragscodes |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De lidstaten, de toezichthoudende autoriteiten, het Comité en de Commissie bevorderen de opstelling van
gedragscodes die, met inachtneming van de specifieke kenmerken van de diverse gegevensverwerkingssectoren en de
specifieke behoeften van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, moeten bijdragen tot de juiste toepassing van
deze verordening. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Verenigingen en andere organen die categorieën van verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers vertegenwoordigen,
kunnen gedragscodes opstellen, of die codes wijzigen of uitbreiden, teneinde de toepassing van deze
verordening nader toe te lichten, zoals met betrekking tot: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
behoorlijke en transparante verwerking; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de gerechtvaardigde belangen die door verwerkingsverantwoordelijken in een specifieke context worden behartigd; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de verzameling van gegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de pseudonimisering van persoonsgegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de aan het publiek en betrokkenen verstrekte informatie; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de uitoefening van de rechten van betrokkenen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
de informatie verstrekt aan en de bescherming van kinderen en de wijze waarop de toestemming wordt verkregen
van de personen die de ouderlijke verantwoordelijkheid voor kinderen dragen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
de maatregelen en procedures als bedoeld in de artikelen 24 en 25 en de maatregelen ter beveiliging van de
verwerking als bedoeld in artikel 32; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(i) |
de kennisgeving van inbreuken in verband met persoonsgegevens aan toezichthoudende autoriteiten en de
mededeling van die inbreuken in verband met persoonsgegevens aan betrokkenen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(j) |
de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(k) |
buitengerechtelijke procedures en andere procedures voor de beslechting van geschillen tussen verwerkingsverantwoordelijken
en betrokkenen met betrekking tot verwerking, onverminderd de rechten van betrokkenen op grond
van de artikelen 77 en 79. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Behalve door verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die onder deze verordening vallen, kan bij overeenkomstig
lid 5 van dit artikel goedgekeurde gedragscodes die overeenkomstig lid 9 van dit artikel algemeen geldig zijn
verklaard, eveneens worden aangesloten door verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die overeenkomstig artikel 3
niet onder deze verordening vallen, om te voorzien in passende waarborgen voor doorgifte van persoonsgegevens naar
derde landen of internationale organisaties onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 46, lid 2, punt e). Die verwerkingsverantwoordelijken
of verwerkers doen, via contractuele of andere juridisch bindende instrumenten, bindende en
afdwingbare toezeggingen om die passende waarborgen toe te passen, ook wat betreft de rechten van de betrokkenen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Een in lid 2 van dit artikel bedoelde gedragscode bevat mechanismen die het in artikel 41, lid 1, bedoelde orgaan
in staat stellen het verplichte toezicht uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van de code door de verwerkingsverantwoordelijken
of verwerkers die zich tot toepassing ervan verbinden, onverminderd de taken en bevoegdheden van
de overeenkomstig artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteiten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De in lid 2 van dit artikel bedoelde verenigingen en andere organen die voornemens zijn een gedragscode op te
stellen of een bestaande gedragscode te wijzigen of uit te breiden, leggen de ontwerpgedragscode, de wijziging of
uitbreiding voor aan de overeenkomstig artikel 51 bevoegde toezichthoudende autoriteit. De toezichthoudende autoriteit
brengt advies uit over de vraag of de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding strookt met deze verordening, en
keurt deze ontwerpgedragscode, die wijziging of uitbreiding goed indien zij van oordeel is dat de code voldoende
passende waarborgen biedt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Wanneer de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding wordt goedgekeurd overeenkomstig lid 5, en indien
de gedragscode in kwestie geen betrekking heeft op verwerkingsactiviteiten in verschillende lidstaten, registreert de
toezichthoudende autoriteit de gedragscode en maakt zij deze bekend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Wanneer een ontwerpgedragscode betrekking heeft op verwerkingsactiviteiten in verschillende lidstaten, legt de
overeenkomstig artikel 55 bevoegde toezichthoudende autoriteit deze, vóór goedkeuring van de gedragscode, de
wijziging of uitbreiding, via de in artikel 63 bedoelde procedure voor aan het Comité, dat advies geeft over de vraag of
de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding strookt met deze verordening, of, in de in lid 3 van dit artikel
bedoelde situatie, voorziet in passende waarborgen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Wanneer in het in lid 7 bedoelde advies wordt bevestigd dat de gedragscode, de wijziging of uitbreiding strookt
met deze verordening of, in de in lid 3 bedoelde situatie, passende waarborgen biedt, legt het Comité zijn advies voor
aan de Commissie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
De Commissie kan bij uitvoeringshandelingen vaststellen dat de goedgekeurde gedragscode, wijziging of uitbreiding
die haar op grond van lid 8 van dit artikel zijn voorgelegd, binnen de Unie algemeen geldig zijn. Die uitvoeringshandelingen
worden vastgesteld volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
De Commissie zorgt ervoor dat aan de goedgekeurde codes die zij overeenkomstig lid 9 algemeen geldig heeft
verklaard, passende bekendheid wordt verleend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11. |
Het Comité verzamelt alle goedgekeurde gedragscodes, wijzigingen en uitbreidingen in een register en maakt deze
via geëigende kanalen openbaar. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 41: Toezicht op goedgekeurde gedragscodes |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Onverminderd de taken en bevoegdheden van de bevoegde toezichthoudende autoriteit uit hoofde van de
artikelen 57 en 58, kan het op grond van artikel 40 uitgevoerde toezicht op de naleving van een gedragscode worden
uitgeoefend door een orgaan dat over de passende deskundigheid met betrekking tot het onderwerp van de gedragscode
beschikt en daartoe door de bevoegde toezichthoudende autoriteit is geaccrediteerd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Een orgaan als bedoeld in lid 1 kan daartoe worden geaccrediteerd om toezicht te houden op de naleving van een
gedragscode indien het: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit zijn onafhankelijkheid en deskundigheid met betrekking
tot het onderwerp van de gedragscode heeft aangetoond; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
procedures heeft vastgesteld op grond waarvan het kan beoordelen of de betrokken verwerkingsverantwoordelijken
en verwerkers in aanmerking komen om de gedragscode toe te passen, toezicht kan houden op de naleving van de
bepalingen van de gedragscode door deze laatsten en het de werking van de gedragscode op gezette tijden kan
toetsen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
procedures en structuren heeft vastgesteld om klachten te behandelen over inbreuken op de gedragscode of over de
wijze waarop daaraan uitvoering is of wordt gegeven door een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker, en om die
procedures en structuren voor betrokkenen en het publiek transparant te maken; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit aantoont dat zijn taken en bevoegdheden niet tot een
belangenconflict leiden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De bevoegde toezichthoudende autoriteit legt de ontwerpcriteria voor accreditatie van een in lid 1 van dit artikel
bedoeld orgaan overeenkomstig het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme voor aan het Comité.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Onverminderd de taken en bevoegdheden van de bevoegde toezichthoudende autoriteit en de bepalingen van
hoofdstuk VIII neemt een in lid 1 van dit artikel bedoeld orgaan, mits er passende waarborgen zijn, de nodige
maatregelen ingeval een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker een inbreuk pleegt op de gedragscode, waaronder
schorsing of uitsluiting van de betrokken verwerkingsverantwoordelijke of verwerker van de gedragscode. Het orgaan
stelt de bevoegde toezichthoudende autoriteit in kennis van die maatregelen en van de redenen daarvoor. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De bevoegde toezichthoudende autoriteit trekt de accreditatie van een in lid 1 bedoeld orgaan in indien de
voorwaarden voor accreditatie niet of niet meer worden vervuld of indien de door het orgaan genomen maatregelen
inbreuk maken op deze verordening. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Dit artikel geldt niet voor de verwerking door overheidsinstanties en -organen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 42: Certificering |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De lidstaten, de toezichthoudende autoriteiten, het Comité en de Commissie bevorderen, met name op Unieniveau,
de invoering van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming en gegevensbeschermingszegels en -merktekens
waarmee kan worden aangetoond dat verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers bij verwerkingen in overeenstemming
met deze verordening handelen. Er wordt ook rekening gehouden met de specifieke behoeften van kleine,
middelgrote en micro-ondernemingen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Ter aanvulling op de naleving door verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die onder deze verordening
vallen, kunnen tevens uit hoofde van lid 5 van dit artikel goedgekeurde certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming,
gegevensbeschermingszegels of -merktekens worden ingevoerd om aan te tonen dat de verwerkingsverantwoordelijken
of verwerkers die overeenkomstig artikel 3 niet onder deze verordening vallen, in het kader van de
doorgiften van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties onder de voorwaarden als bedoeld in
artikel 46, lid 2, punt f), passende waarborgen bieden. Die verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers doen, via
contractuele of andere juridisch bindende instrumenten, bindende en afdwingbare toezeggingen om die passende
waarborgen toe te passen, ook wat betreft de rechten van de betrokkenen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De certificering is vrijwillig en toegankelijk via een transparant proces. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Een certificering op grond van dit artikel doet niets af aan de verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke
of de verwerker om deze verordening na te leven en laat de taken en bevoegdheden van de overeenkomstig
artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteiten onverlet. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Een certificaat uit hoofde van dit artikel wordt afgegeven door de in artikel 43 bedoelde certificerende organen of
door de bevoegde toezichthoudende autoriteit, op grond van de criteria die zijn goedgekeurd door die bevoegde toezichthoudende
autoriteit op grond van artikel 58, lid 3, of door het Comité overeenkomstig artikel 63. Indien de criteria
door het Comité zijn goedgekeurd, kan dit leiden tot een gemeenschappelijke certificaat, het Europees gegevensbeschermingszegel.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
De verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker die zijn verwerking aan het certificeringsmechanisme
onderwerpt, verstrekt aan het in artikel 43 bedoelde certificeringsorgaan, of, waar van toepassing, aan de bevoegde
toezichthoudende autoriteit de voor de uitvoering van de certificeringsprocedure noodzakelijke informatie en verleent
het orgaan of de autoriteit toegang tot zijn verwerkingsactiviteiten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Het certificaat wordt afgegeven aan een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker voor een maximumperiode
van drie jaar en kan worden verlengd onder dezelfde voorwaarden, mits bij voortduring aan de relevante eisen kan
worden voldaan. Indien van toepassing wordt het certificaat ingetrokken door de in artikel 43 bedoelde certificerende
organen of door de bevoegde toezichthoudende autoriteit, wanneer aan de eisen voor de certificering niet of niet meer
wordt voldaan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Het Comité verzamelt alle certificeringsmechanismen en gegevensbeschermingszegels en -merktekens in een
register en maakt deze via de daartoe geëigende kanalen openbaar. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 43: Certificeringsorganen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Onverminderd de taken en bevoegdheden van de bevoegde toezichthoudende autoriteit uit hoofde van de
artikelen 57 en 58, gaan certificeringsorganen die over de passende deskundigheid met betrekking tot gegevensbescherming
beschikt, wordt in voorkomend geval na kennisgeving aan de toezichthoudende autoriteit met het oog op de
uitoefening van haar bevoegdheden overeenkomstig artikel 58, lid 2, punt h), over tot afgifte en verlenging van het
certificaat. De lidstaten zorgen ervoor dat die certificeringsorganen worden geaccrediteerd door één van de volgende
instanties: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de toezichthoudende autoriteit die bevoegd is overeenkomstig artikel 55 of 56; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de nationale accreditatie-instantie die is aangewezen in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 765/2008 van het
Europees Parlement en de Raad (
1
), in overeenstemming met EN-ISO/IEC 17065/2012 en met de aanvullende eisen
die door de overeenkomstig artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteit zijn vastgesteld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De in lid 1 bedoelde certificeringsorganen kunnen overeenkomstig dit lid uitsluitend worden geaccrediteerd indien
zij: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit, hun onafhankelijkheid en deskundigheid met betrekking
tot het certificeringsonderwerp hebben aangetoond; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
er zich toe verbonden hebben aan de in artikel 42, lid 5, bedoelde criteria te voldoen, welke zijn goedgekeurd door
de op grond van artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteit of, overeenkomstig artikel 63, door het
Comité; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
procedures hebben vastgesteld voor de uitgifte, periodieke toetsing en intrekking van certificeringsmechanismen voor
gegevensbescherming, gegevensbeschermingszegels en -merktekens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
procedures en structuren hebben vastgesteld om klachten te behandelen over inbreuken op de certificering of de
wijze waarop daaraan uitvoering is of wordt gegeven door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker, en om
die procedures en structuren voor betrokkenen en het publiek transparant te maken; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit, aantoont dat hun taken en plichten niet tot een belangenconflict
leiden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De accreditatie van de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde certificeringsorganen vindt plaats op basis van
criteria die zijn goedgekeurd door de op grond van artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteit of, overeenkomstig
artikel 63, door het Comité. In het geval van een accreditatie in de zin van lid 1, punt b), van dit artikel zijn die
eisen een aanvulling op de eisen van Verordening (EG) nr. 765/2008 en de technische regels die een beschrijving van de
methoden en procedures van de certificeringsorganen geven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De in lid 1 bedoelde certificeringsorganen zijn verantwoordelijk voor de juiste beoordeling, die tot certificering of
de intrekking van die certificering leidt, onverminderd de verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke of
de verwerker voor de naleving van deze verordening. De accreditatie wordt afgegeven voor een maximumperiode van
vijf jaar en kan onder dezelfde voorwaarden worden verlengd, mits het certificeringsorgaan aan de in dit artikel gestelde
eisen blijft voldoen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De in lid 1 bedoelde certificeringsorganen stellen de bevoegde toezichthoudende autoriteiten op de hoogte van de
redenen voor het afgeven of het intrekken van het aangevraagde certificaat. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
De in lid 3 van dit artikel bedoelde voorschriften en de in artikel 42, lid 5, bedoelde criteria worden door de
toezichthoudende autoriteit in een eenvoudig toegankelijke vorm openbaar gemaakt. De toezichthoudende autoriteiten
delen die eisen en criteria ook mee aan het Comité. Het Comité verzamelt alle certificeringsmechanismen en gegevensbeschermingszegels
in een register en maakt deze via geëigende kanalen openbaar. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Indien de voorwaarden voor de accreditatie niet of niet meer worden vervuld of indien de door een certificeringsorgaan
genomen maatregelen inbreuk maken op deze verordening trekt de bevoegde toezichthoudende autoriteit of de
nationale accreditatie-instantie, onverminderd hoofdstuk VIII, de overeenkomstig lid 1 van dit artikel aan een certificeringsorgaan
afgegeven accreditatie in. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 92 gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op de
nadere invulling van de in aanmerking te nemen eisen voor de in artikel 42, lid 1, bedoelde certificeringsmechanismen
voor gegevensbescherming. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen die voorzien in technische normen voor certificeringsmechanismen
en gegevensbeschermingszegels en -merktekens en mechanismen ter bevordering en erkenning van die certificeringsmechanismen
en gegevensbeschermingszegels en -merktekens. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld
volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK 5: DOORGIFTEN VAN PERSOONSGEGEVENS AAN DERDE LANDEN OF INTERNATIONALE ORGANISATIES |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 44: Algemeen beginsel inzake doorgiften |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Persoonsgegevens die worden verwerkt of die zijn bestemd om na doorgifte aan een derde land of een internationale
organisatie te worden verwerkt, mogen slechts worden doorgegeven indien, onverminderd de overige bepalingen van
deze verordening, de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker aan de in dit hoofdstuk neergelegde voorwaarden
hebben voldaan; dit geldt ook voor verdere doorgiften van persoonsgegevens vanuit het derde land of een internationale
organisatie aan een ander derde land of een andere internationale organisatie. Alle bepalingen van dit hoofdstuk worden
toegepast opdat het door deze verordening voor natuurlijke personen gewaarborgde beschermingsniveau niet wordt
ondermijnd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 45: Doorgiften op basis van adequaatheidsbesluiten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Een doorgifte van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie kan plaatsvinden wanneer
de Commissie heeft besloten dat het derde land, een gebied of één of meerdere nader bepaalde sectoren in dat derde
land, of de internationale organisatie in kwestie een passend beschermingsniveau waarborgt. Voor een dergelijke
doorgifte is geen specifieke toestemming nodig. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Bij de beoordeling van de vraag of het beschermingsniveau adequaat is, houdt de Commissie met name rekening
met de volgende aspecten: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de rechtsstatelijkheid, de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de toepasselijke algemene
en sectorale wetgeving, onder meer inzake openbare veiligheid, defensie, nationale veiligheid en strafrecht en de
toegang van overheidsinstanties tot persoonsgegevens, evenals de tenuitvoerlegging van die wetgeving, gegevensbeschermingsregels,
beroepsregels en veiligheidsmaatregelen, met inbegrip van regels voor de verdere doorgifte van
persoonsgegevens aan een ander derde land of een andere internationale organisatie die in dat land of die internationale
organisatie worden nageleefd, precedenten in de rechtspraak, alsmede het bestaan van effectieve en
afdwingbare rechten van betrokkenen en effectieve mogelijkheden om administratief beroep of beroep in rechte in te
stellen voor betrokkenen wier persoonsgegevens worden doorgegeven; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
het bestaan en het effectief functioneren van een of meer onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten in het derde
land of waaraan een internationale organisatie is onderworpen, welke tot taak heeft of hebben de naleving van de
gegevensbeschermingsregels te verzekeren en deze onder meer met passende handhavingsbevoegdheden te
handhaven, betrokkenen bij de uitoefening van hun rechten bij te staan en te adviseren en met de toezichthoudende
autoriteiten van de lidstaten samen te werken; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de internationale toezeggingen die het derde land of de internationale organisatie in kwestie heeft gedaan, of andere
verplichtingen die voortvloeien uit juridisch bindende overeenkomsten of instrumenten, alsmede uit de deelname van
dat derde land of die internationale organisatie aan multilaterale of regionale regelingen, in het bijzonder met
betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De Commissie kan, na de beoordeling van de vraag of het beschermingsniveau adequaat is, door middel van een
uitvoeringshandeling besluiten dat een derde land, een gebied of één of meerdere nader bepaalde sectoren in een derde
land, of een internationale organisatie een passend beschermingsniveau in de zin van lid 2 van dit artikel waarborgt. De
uitvoeringshandeling voorziet in een mechanisme voor periodieke toetsing, minstens om de vier jaar, waarbij alle
relevante ontwikkelingen in het derde land of de internationale organisatie in aanmerking worden genomen. In de
uitvoeringshandeling worden het territoriale en het sectorale toepassingsgebied vermeld, alsmede, in voorkomend geval,
de in lid 2, punt b), van dit artikel genoemde toezichthoudende autoriteit(en). De uitvoeringshandeling wordt vastgesteld
volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De Commissie houdt doorlopend toezicht op ontwikkelingen in derde landen en internationale organisaties die
mogelijk gevolgen hebben voor het functioneren van krachtens lid 3 van dit artikel vastgestelde besluiten en van op
grond van artikel 25, lid 6, van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde besluiten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De Commissie gaat, wanneer uit beschikbare informatie blijkt, in het bijzonder naar aanleiding van de in lid 3 van
dit artikel bedoelde toetsing, dat een derde land, een gebied of één of meerdere nader bepaalde sectoren in een derde
land, of een internationale organisatie niet langer een passend beschermingsniveau in de zin van lid 2 van dit artikel
waarborgt, voor zover nodig, bij uitvoeringshandelingen zonder terugwerkende kracht over tot intrekking, wijziging of
schorsing van het in lid 3 van dit artikel bedoelde besluit. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in
artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie, stelt de Commissie onmiddellijk van toepassing zijnde
uitvoeringshandelingen vast volgens de in artikel 93, lid 3, bedoelde procedure. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
De Commissie pleegt overleg met het derde land of de internationale organisatie om de situatie naar aanleiding
waarvan het besluit overeenkomstig lid 5 is vastgesteld, te verhelpen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Een overeenkomstig lid 5 van dit artikel vastgesteld besluit laat de doorgiften van persoonsgegevens aan het derde
land, of een gebied of één of meerdere nader bepaalde sectoren in dat derde land, of de internationale organisatie in
kwestie overeenkomstig de artikelen 46 tot en met 49 onverlet. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en op haar website een lijst bekend van de derde
landen, gebieden en nader bepaalde sectoren in derde landen en internationale organisaties waarvoor zij bij besluit heeft
vastgesteld dat deze wel of niet langer een passend beschermingsniveau waarborgen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
De besluiten die de Commissie op grond van artikel 25, lid 6, van Richtlijn 95/46/EG heeft vastgesteld, blijven van
kracht, totdat zij worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken bij een overeenkomstig lid 3 of lid 5 van dit artikel
vastgesteld besluit van de Commissie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 46: Doorgiften op basis van passende waarborgen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Bij ontstentenis van een besluit uit hoofde van artikel 45, lid 3, mag een doorgifte van persoonsgegevens aan een
derde land of een internationale organisatie door een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker alleen plaatsvinden
mits zij passende waarborgen bieden en betrokkenen over afdwingbare rechten en doeltreffende rechtsmiddelen
beschikken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De in lid 1 bedoelde passende waarborgen kunnen worden geboden door de volgende instrumenten, zonder dat
daarvoor specifieke toestemming van een toezichthoudende autoriteit is vereist: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
een juridisch bindend en afdwingbaar instrument tussen overheidsinstanties of -organen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
bindende bedrijfsvoorschriften overeenkomstig artikel 47; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
standaardbepalingen inzake gegevensbescherming die door de Commissie volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde
onderzoeksprocedure zijn vastgesteld; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
standaardbepalingen inzake gegevensbescherming die door een toezichthoudende autoriteit zijn vastgesteld en die
door de Commissie volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure zijn goedgekeurd; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
een overeenkomstig artikel 40 goedgekeurde gedragscode, samen met bindende en afdwingbare toezeggingen van de
verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in het derde land om de passende waarborgen, onder meer voor de
rechten van de betrokkenen, toe te passen; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
een overeenkomstig artikel 42 goedgekeurd certificeringsmechanisme, samen met bindende en afdwingbare
toezeggingen van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in het derde land om de passende waarborgen,
onder meer voor de rechten van de betrokkenen, toe te passen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Onder voorbehoud van de toestemming van de bevoegde toezichthoudende autoriteit kunnen de in lid 1 bedoelde
passende waarborgen ook worden geboden door, met name: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
contractbepalingen tussen de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en de verwerkingsverantwoordelijke, de
verwerker of de ontvanger van de persoonsgegevens in het derde land of de internationale organisatie; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
bepalingen die moeten worden opgenomen in administratieve regelingen tussen overheidsinstanties of -organen,
waaronder afdwingbare en effectieve rechten van betrokkenen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De toezichthoudende autoriteit past het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme toe in de in lid 3 van dit
artikel vermelde gevallen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Toestemmingen die een lidstaat of een toezichthoudende autoriteit op grond van artikel 26, lid 2, van Richtlijn
95/46/EG heeft verleend, blijven geldig totdat zij door die toezichthoudende autoriteit, indien nodig, worden gewijzigd,
vervangen of ingetrokken. De besluiten die de Commissie op grond van artikel 26, lid 4, van Richtlijn 95/46/EG heeft
vastgesteld, blijven van kracht totdat zij bij een overeenkomstig lid 2 van dit artikel vastgesteld besluit van de
Commissie, indien nodig, worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 47: Bindende bedrijfsvoorschriften |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De bevoegde toezichthoudende autoriteit keurt in overeenstemming met het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanism
bindende bedrijfsvoorschriften goed, op voorwaarde dat deze: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
juridisch bindend zijn voor, van toepassing zijn op en worden gehandhaafd door alle betrokken leden van het
concern, of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen, met inbegrip
van hun werknemers; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
betrokkenen uitdrukkelijk afdwingbare rechten toekennen met betrekking tot de verwerking van hun persoonsgegevens;
en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
voldoen aan de in lid 2 vastgestelde vereisten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
In de in lid 1 bedoelde bindende bedrijfsvoorschriften worden minstens de volgende elementen vastgelegd: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de structuur en de contactgegevens van het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een
economische activiteit uitoefenen en van elk van haar leden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de gegevensdoorgiften of reeks van doorgiften, met inbegrip van de categorieën van persoonsgegevens, het soort
verwerking en de doeleinden daarvan, het soort betrokkenen in kwestie en de identificatie van het derde land of de
derde landen in kwestie; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
het intern en extern juridisch bindende karakter; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de toepassing van de algemene beginselen inzake gegevensbescherming, met name doelbinding, minimale gegevensverwerking,
beperkte opslagtermijnen, kwaliteit van gegevens, gegevensbescherming door standaardinstellingen en
door ontwerp, rechtsgrond voor verwerking, verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens,
maatregelen om gegevensbeveiliging te waarborgen, en de vereisten inzake verdere doorgiften aan organen die niet
door bindende bedrijfsvoorschriften zijn gebonden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de rechten van betrokkenen in verband met verwerking en de middelen om die rechten uit te oefenen, waaronder
het recht om niet te worden onderworpen aan louter op geautomatiseerde verwerking gebaseerde besluiten, met
inbegrip van profilering overeenkomstig artikel 22, het recht om een klacht in te dienen bij de bevoegde toezichthoudende
autoriteit, om een vordering in te stellen bij de bevoegde gerechten van de lidstaten overeenkomstig
artikel 79, en om schadeloosstelling en, in voorkomend geval, een vergoeding te verkrijgen voor een inbreuk op de
bindende bedrijfsvoorschriften; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de aanvaarding door de op het grondgebied van een lidstaat gevestigde verwerkingsverantwoordelijke of verwerker
van aansprakelijkheid voor alle inbreuken op de bindende bedrijfsvoorschriften door een niet in de Unie gevestigd
betrokken lid; de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker wordt alleen geheel of gedeeltelijk van deze aansprakelijkheid
ontheven, indien hij bewijst dat dat lid niet verantwoordelijk is voor het schadebrengende feit; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
de wijze waarop, in aanvulling op de in de artikelen 13 en 14 bedoelde informatie, aan betrokkenen informatie
wordt verschaft over de bindende bedrijfsvoorschriften, met name over de bepalingen in de punten d), e) en f); |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
de taken van elke overeenkomstig artikel 37 aangewezen functionaris voor gegevensbescherming, of elke andere
persoon of entiteit die is belast met het toezicht op de naleving van de bindende bedrijfsvoorschriften binnen het
concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen, op opleiding
en op de behandeling van klachten; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(i) |
de klachtenprocedures; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(j) |
de binnen het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen
bestaande procedures om te controleren of de bindende bedrijfsvoorschriften zijn nageleefd. Dergelijke procedures
omvatten gegevensbeschermingsaudits en -methoden om te zorgen voor corrigerende maatregelen ter bescherming
van de rechten van de betrokkene. De resultaten van dergelijke controles dienen te worden meegedeeld aan de in
punt h) bedoelde persoon of entiteit en aan de raad van bestuur van de onderneming die zeggenschap uitoefent over
een concern, of van de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen, en
dienen op verzoek ter beschikking van de bevoegde toezichthoudende autoriteit te worden gesteld; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(k) |
de procedures om die veranderingen in de regels te melden, te registreren en aan de toezichthoudende autoriteit te
melden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(l) |
de procedure voor samenwerking met de toezichthoudende autoriteit om ervoor te zorgen dat alle leden van het
concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen de bindende
bedrijfsvoorschriften naleven, in het bijzonder door de resultaten van de in punt j) bedoelde controles ter
beschikking van de toezichthoudende autoriteit te stellen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(m) |
de procedures om eventuele wettelijke voorschriften waaraan een lid van het concern of de groepering van ondernemingen
die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen in een derde land is onderworpen en die waarschijnlijk
een aanzienlijk negatief effect zullen hebben op de door de bindende bedrijfsvoorschriften geboden waarborgen, aan
de bevoegde toezichthoudende autoriteit te melden; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(n) |
de passende opleiding inzake gegevensbescherming voor personeel dat permanent of op regelmatige basis toegang
tot persoonsgegevens heeft. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De Commissie kan het model en de procedures voor de uitwisseling van informatie over bindende bedrijfsvoorschriften
in de zin van dit artikel tussen verwerkingsverantwoordelijken, verwerkers en toezichthoudende autoriteiten
nader bepalen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 48: Niet bij Unierecht toegestane doorgiften of verstrekkingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Elke rechterlijke uitspraak en elk besluit van een administratieve autoriteit van een derde land op grond waarvan een
verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker persoonsgegevens moet doorgeven of verstrekken, mag alleen op
enigerlei wijze worden erkend of afdwingbaar zijn indien zij gebaseerd zijn op een internationale overeenkomst, zoals
een verdrag inzake wederzijdse rechtsbijstand, tussen het verzoekende derde landen en de Unie of een lidstaat,
onverminderd andere gronden voor doorgifte uit hoofde van dit hoofdstuk. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 49: Afwijkingen voor specifieke situaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Bij ontstentenis van een adequaatheidsbesluit overeenkomstig artikel 45, lid 3, of van passende waarborgen
overeenkomstig artikel 46, met inbegrip van bindende bedrijfsvoorschriften, kan een doorgifte of een reeks van
doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie slechts plaatsvinden mits aan één
van de volgende voorwaarden is voldaan: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de betrokkene heeft uitdrukkelijk met de voorgestelde doorgifte ingestemd, na te zijn ingelicht over de risico's die
dergelijke doorgiften voor hem kunnen inhouden bij ontstentenis van een adequaatheidsbesluit en van passende
waarborgen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de doorgifte is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst tussen de betrokkene en de verwerkingsverantwoordelijke
of voor de uitvoering van op verzoek van de betrokkene genomen precontractuele maatregelen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de doorgifte is noodzakelijk voor de sluiting of de uitvoering van een in het belang van de betrokkene tussen de
verwerkingsverantwoordelijke en een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon gesloten overeenkomst; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de doorgifte is noodzakelijk wegens gewichtige redenen van algemeen belang; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de doorgifte is noodzakelijk voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de doorgifte is noodzakelijk voor de bescherming van de vitale belangen van de betrokkene of van andere personen,
indien de betrokkene lichamelijk of juridisch niet in staat is zijn toestemming te geven; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
de doorgifte is verricht vanuit een register dat volgens het Unierecht of lidstatelijk recht is bedoeld om het publiek
voor te lichten en dat door eenieder dan wel door iedere persoon die zich op een gerechtvaardigd belang kan
beroepen, kan worden geraadpleegd, maar alleen voor zover in het geval in kwestie wordt voldaan aan de in
Unierecht of lidstatelijk recht vastgestelde voorwaarden voor raadpleging. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wanneer een doorgifte niet op een bepaling van de artikelen 45 of 46, met inbegrip van de bepalingen inzake bindende
bedrijfsvoorschriften, kon worden gegrond en geen van de afwijkingen voor een specifieke situatie als bedoeld in de
eerste alinea van dit lid van toepassing zijn, is de doorgifte niet repetitief is, een beperkt aantal betrokkenen betreft,
noodzakelijk is voor dwingende gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke die niet ondergeschikt
zijn aan de belangen of rechten en vrijheden van de betrokkene, en de verwerkingsverantwoordelijke alle omstandigheden
in verband met de gegevensdoorgifte heeft beoordeeld en op basis van die beoordeling passende waarborgen
voor de bescherming van persoonsgegevens heeft geboden. De verwerkingsverantwoordelijke informeert de toezichthoudende
autoriteit over de doorgifte. De verwerkingsverantwoordelijke informeert de betrokkene, behalve over de in de
artikelen 13 en 14 bedoelde informatie, ook over de doorgifte en de door hem nagestreefde dwingende gerechtvaardigde
belangen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Een doorgifte overeenkomstig lid 1, eerste alinea, onder g), mag geen betrekking hebben op alle persoonsgegevens
of volledige categorieën van persoonsgegevens die in het register zijn opgeslagen. Wanneer een register bedoeld is om
door personen met een gerechtvaardigd belang te worden geraadpleegd, kan de doorgifte slechts plaatsvinden op
verzoek van die personen of wanneer de gegevens voor hen zijn bestemd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Lid 1, eerste alinea, onder a), b) en c) en tweede alinea, zijn niet van toepassing op activiteiten die door overheidsinstanties
worden verricht bij de uitoefening van hun openbare bevoegdheden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Het in lid 1, eerste alinea, onder d), bedoelde openbaar belang moet zijn erkend bij een Unierechtelijke of nationaalrechtelijke
bepaling die op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Bij ontstentenis van een adequaatheidsbesluit kunnen in Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepalingen of
bepalingen om gewichtige redenen van openbaar belang uitdrukkelijk grenzen worden gesteld aan de doorgifte van
specifieke categorieën van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie. De lidstaten stellen de
Commissie in kennis van dergelijke bepalingen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
De verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker staaft de beoordeling en de in lid 1, tweede alinea, van dit artikel
bedoelde passende waarborgen in het artikel 30 bedoelde register. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 50: Internationale samenwerking voor de bescherming van persoonsgegevens |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ten aanzien van derde landen en internationale organisaties nemen de Commissie en de toezichthoudende autoriteiten
de nodige maatregelen om: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
procedures voor internationale samenwerking te ontwikkelen, zodat de effectieve handhaving van de wetgeving
inzake de bescherming van persoonsgegevens wordt vergemakkelijkt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
internationale wederzijdse bijstand te bieden bij de handhaving van de wetgeving inzake de bescherming van
persoonsgegevens, onder meer door kennisgeving, doorverwijzing van klachten, bijstand bij onderzoeken en
uitwisseling van informatie, voor zover er passende waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens en
andere grondrechten en fundamentele vrijheden bestaan; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
belanghebbenden te betrekken bij besprekingen en activiteiten om de internationale samenwerking bij de handhaving
van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens te bevorderen; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de uitwisseling en het documenteren van wetgeving en praktijken inzake de bescherming van persoonsgegevens te
bevorderen, onder meer betreffende jurisdictiegeschillen met derde landen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK 6: ONAFHANKELIJKE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEITEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 1: ONAFHANKELIJKHEID |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 51: Toezichthoudende autoriteit |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Elke lidstaat bepaalt dat één of meer onafhankelijke overheidsinstanties verantwoordelijk zijn voor het toezicht op
de toepassing van deze verordening, teneinde de grondrechten en fundamentele vrijheden van natuurlijke personen in
verband met de verwerking van hun persoonsgegevens te beschermen en het vrije verkeer van persoonsgegevens binnen
de Unie te vergemakkelijken (‘toezichthoudende autoriteit’). |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Elke toezichthoudende autoriteit draagt bij tot de consequente toepassing van deze verordening in de hele Unie.
Daartoe werken de toezichthoudende autoriteiten onderling en met de Commissie samen overeenkomstig hoofdstuk VII. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Wanneer er in een lidstaat meer dan één toezichthoudende autoriteit is gevestigd, wijst die lidstaat de toezichthoudende
autoriteit aan die die autoriteiten in het Comité moet vertegenwoordigen en stelt hij de procedure vast om
ervoor te zorgen dat de andere autoriteiten de regels in verband met het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme
naleven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Elke lidstaat stelt de Commissie uiterlijk op 25 mei 2018 in kennis van de wettelijke bepalingen die hij overeenkomstig
dit hoofdstuk vaststelt, alsmede, onverwijld, van alle latere wijzigingen daarvan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 52: Onafhankelijkheid |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Elke toezichthoudende autoriteit treedt volledig onafhankelijk op bij de uitvoering van de taken en de uitoefening
van de bevoegdheden die haar overeenkomstig deze verordening zijn toegewezen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Bij de uitvoering van hun taken en de uitoefening van hun bevoegdheden overeenkomstig deze verordening blijven
de leden van elke toezichthoudende autoriteit vrij van al dan niet rechtstreekse externe invloed en vragen noch
aanvaarden zij instructies van wie dan ook. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De leden van toezichthoudende autoriteiten verrichten geen handelingen die onverenigbaar zijn met hun taken en
verrichten gedurende hun ambtstermijn geen al dan niet bezoldigde beroepswerkzaamheden die onverenigbaar zijn met
hun taken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Elke lidstaat zorgt ervoor dat elke toezichthoudende autoriteit beschikt over de personele, technische en financiële
middelen, en de bedrijfsruimten en infrastructuur die nodig zijn voor het effectief uitvoeren van haar taken en
uitoefenen van haar bevoegdheden, waaronder die in het kader van wederzijdse bijstand, samenwerking en deelname aan
het Comité. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Elke lidstaat zorgt ervoor dat elke toezichthoudende autoriteit eigen en zelfgekozen personeelsleden heeft, die
onder de exclusieve leiding van het lid of de leden van de betrokken toezichthoudende autoriteit staan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Elke lidstaat zorgt ervoor dat op elke toezichthoudende autoriteit financieel toezicht wordt uitgeoefend zonder dat
daarbij de onafhankelijkheid van de toezichthoudende autoriteit in het gedrang komt en dat het een afzonderlijke,
publieke jaarbegroting heeft, die een onderdeel kan zijn van de algehele staats- of nationale begroting. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 53: Algemene voorwaarden voor de leden van de toezichthoudende autoriteit |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De lidstaten schrijven voor dat elk lid van hun toezichthoudende autoriteiten volgens een transparante procedure
wordt benoemd door: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
— hun parlement; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
— hun regering; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
— hun staatshoofd; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
— een onafhankelijk orgaan dat krachtens het lidstatelijke recht met de benoeming is belast. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Elk lid beschikt over de nodige kwalificaties, ervaring en vaardigheden, met name op het gebied van de
bescherming van persoonsgegevens, voor het uitvoeren van zijn taken en het uitoefenen van zijn bevoegdheden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De taken van een lid eindigen bij het verstrijken van de ambtstermijn, bij ontslag of bij verplichte pensionering
overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat in kwestie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Een lid wordt slechts ontslagen indien het op ernstige wijze is tekortgeschoten of niet langer aan de vereisten voor
de uitvoering van de taken voldoet. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 54: Regels inzake de oprichting van de toezichthoudende autoriteit |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Elke lidstaat regelt al het volgende bij wet: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de oprichting van elke toezichthoudende autoriteit; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de vereiste kwalificaties en voorwaarden om als lid te worden benoemd voor elke toezichthoudende autoriteit; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de regels en procedures voor de benoeming van het lid of de leden van elke toezichthoudende autoriteit; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de ambtstermijn van het lid of de leden van elke toezichthoudende autoriteit, die ten minste vier jaar bedraagt,
behoudens de eerste ambtstermijn na 24 mei 2016, die korter kan zijn wanneer dat nodig is om de onafhankelijkheid
van de toezichthoudende autoriteit door middel van een in de tijd gespreide benoemingsprocedure te beschermen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
of het lid of de leden van elke toezichthoudende autoriteit opnieuw kan of kunnen worden benoemd en zo ja, hoe
vaak;
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de voorwaarden in verband met de plichten van het lid of de leden en de personeelsleden van elke toezichthoudende
autoriteit, de verboden op met die plichten onverenigbare handelingen, werkzaamheden en voordelen tijdens en na
de ambtstermijn en de regels betreffende de beëindiging van de ambtstermijn onderscheidenlijk de arbeidsverhouding. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Ten aanzien van de vertrouwelijke informatie die hun bij de uitvoering van hun taken of de uitoefening van hun
bevoegdheden ter kennis is gekomen, geldt voor het lid of de leden en de personeelsleden van elke toezichthoudende
autoriteit zowel tijdens hun ambtstermijn als daarna het beroepsgeheim, zulks overeenkomstig Unierecht of lidstatelijk
recht. Tijdens hun ambtstermijn geldt het beroepsgeheim met name voor meldingen van inbreuken op deze verordening
door natuurlijke personen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 2: COMPETENTIE, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 55: Competentie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Elke toezichthoudende autoriteit heeft de competentie op het grondgebied van haar lidstaat de taken uit te voeren
die haar overeenkomstig deze verordening zijn opgedragen en de bevoegdheden uit te oefenen die haar overeenkomstig
deze verordening zijn toegekend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
In het geval van verwerking door overheidsinstanties of door particuliere organen die handelen op grond van
artikel 6, lid 1, onder c) of e), is de toezichthoudende autoriteit van de lidstaat in kwestie competent. In dergelijke
gevallen is artikel 56 niet van toepassing. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Toezichthoudende autoriteiten zijn niet competent toe te zien op verwerkingen door gerechten bij de uitoefening
van hun rechterlijke taken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 56: Competentie van de leidende toezichthoudende autoriteit |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Onverminderd artikel 55 is de toezichthoudende autoriteit van de hoofdvestiging of de enige vestiging van de
verwerkingsverantwoordelijke of verwerker competent op te treden als leidende toezichthoudende autoriteit voor de
grensoverschrijdende verwerking door die verwerkingsverantwoordelijke of verwerker overeenkomstig de procedure van
artikel 60. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
In afwijking van lid 1 is elke toezichthoudende autoriteit competent een bij haar ingediende klacht of een eventuele
inbreuk op deze verordening te behandelen indien het onderwerp van die zaak alleen verband houdt met een vestiging
in haar lidstaat of alleen voor betrokkenen in haar lidstaat wezenlijke gevolgen heeft. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
In de in lid 2 van dit artikel bedoelde gevallen stelt de toezichthoudende autoriteit de leidende toezichthoudende
autoriteit onverwijld in kennis van de zaak. Binnen drie weken nadat zij in kennis is gesteld, besluit de leidende toezichthoudende
autoriteit of zij de zaak al dan niet zal behandelen, overeenkomstig de in artikel 60 vastgelegde procedure; zij
houdt daarbij rekening met het al dan niet bestaan van een vestiging van de verwerkingsverantwoordelijke of de
verwerker in de lidstaat van de toezichthoudende autoriteit die haar in kennis heeft gesteld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer de leidende toezichthoudende autoriteit besluit de zaak te behandelen, is de procedure van artikel 60 van
toepassing. De toezichthoudende autoriteit die de leidende toezichthoudende autoriteit in kennis heeft gesteld, kan bij
deze laatste een ontwerpbesluit indienen. De leidende toezichthoudende autoriteit houdt zo veel mogelijk rekening met
dat ontwerp wanneer zij het in artikel 60, lid 3, bedoelde ontwerpbesluit opstelt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Indien de leidende toezichthoudende autoriteit besluit de zaak niet te behandelen, wordt deze overeenkomstig de
artikelen 61 en 62 behandeld door de toezichthoudende autoriteit die de leidende toezichthoudende autoriteit in kennis
heeft gesteld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
De leidende toezichthoudende autoriteit is voor de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker de enige
gesprekspartner bij grensoverschrijdende verwerking door die verwerkingsverantwoordelijke of verwerker. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 57: Taken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Onverminderd andere uit hoofde van deze verordening vastgestelde taken, verricht elke toezichthoudende
autoriteit op haar grondgebied de volgende taken: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
zij monitort en handhaaft de toepassing van deze verordening; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
zij bevordert bij het brede publiek de bekendheid met en het inzicht in de risico's, regels, waarborgen en rechten in
verband met de verwerking. Bijzondere aandacht wordt besteed aan specifiek op kinderen gerichte activiteiten; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
zij verleent overeenkomstig het recht van de lidstaat, advies aan het nationale parlement, de regering, en andere
instellingen en organen over wetgevingsinitiatieven en bestuursmaatregelen in verband met de bescherming van de
rechten en vrijheden van natuurlijke personen op het gebied van verwerking; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
zij maakt de verwerkingsverantwoordelijken en de verwerkers beter bekend met hun verplichtingen uit hoofde van
deze verordening; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
zij verstrekt desgevraagd informatie aan iedere betrokkene over de uitoefening van zijn rechten uit hoofde van deze
verordening en werkt daartoe in voorkomend geval samen met de toezichthoudende autoriteiten in andere lidstaten; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
zij behandelt klachten van betrokkenen, of van organen, organisaties of verenigingen overeenkomstig artikel 80,
onderzoekt de inhoud van de klacht in de mate waarin dat gepast is en stelt de klager binnen een redelijke termijn in
kennis van de vooruitgang en het resultaat van het onderzoek, met name indien verder onderzoek of coördinatie
met een andere toezichthoudende autoriteit noodzakelijk is; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
zij werkt samen met andere toezichthoudende autoriteiten, onder meer door informatie te delen en wederzijdse
bijstand te bieden, teneinde de samenhang in de toepassing en de handhaving van deze verordening te waarborgen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
zij verricht onderzoeken naar de toepassing van deze verordening, onder meer op basis van informatie die zij van
een andere toezichthoudende autoriteit of een andere overheidsinstantie ontvangt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(i) |
zij volgt de relevante ontwikkelingen voor zover deze een impact hebben op de bescherming van persoonsgegevens,
met name de ontwikkelingen in informatie- en communicatietechnologieën en handelspraktijken; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(j) |
zij stelt de in artikel 28, lid 8, en artikel 46, lid 2, onder d), bedoelde standaardcontractbepalingen vast; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(k) |
zij stelt een lijst op met betrekking tot het vereiste inzake een gegevensbeschermingseffectbeoordeling overeenkomstig
artikel 35, lid 4, en houdt deze lijst bij; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(l) |
zij verstrekt advies over de in artikel 36, lid 2, bedoelde verwerkingsactiviteiten; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(m) |
zij bevordert de opstelling van gedragscodes uit hoofde van artikel 40, lid 1, geeft advies en keurt, overeenkomstig
artikel 40, lid 5, gedragscodes goed die voldoende waarborgen leveren; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(n) |
zij bevordert de invoering van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming en van gegevensbeschermingszegels
en -merktekens overeenkomstig artikel 42, lid 1, en keurt de criteria voor certificering uit hoofde van
artikel 42, lid 5, goed; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(o) |
waar van toepassing verricht zij een periodieke toetsing van de overeenkomstig artikel 42, lid 7, afgegeven certificeringen;
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(p) |
zij zorgt voor het opstellen en het bekendmaken van de criteria voor de accreditatie van een orgaan voor het
toezicht op gedragscodes op grond van artikel 41 en van een certificeringsorgaan op grond van artikel 43; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(q) |
zij zorgt voor de accreditatie van een orgaan voor het toezicht op gedragscodes op grond van artikel 41 en van een
certificeringsorgaan op grond van artikel 43; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(r) |
zij geeft toestemming voor de in artikel 46, lid 3, bedoelde contractuele en andere bepalingen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(s) |
zij keurt overeenkomstig artikel 47 bindende bedrijfsvoorschriften goed; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(t) |
zij levert een bijdrage aan de activiteiten van het Comité; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(u) |
zij houdt interne registers bij van inbreuken op deze verordening en van overeenkomstig artikel 58, lid 2, getroffen
maatregelen; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(v) |
zij verricht alle andere taken die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Elke toezichthoudende autoriteit faciliteert de indiening van klachten als bedoeld in lid 1, onder f), door
maatregelen te nemen, zoals het ter beschikking stellen van een klachtenformulier dat ook elektronisch kan worden
ingevuld, zonder dat andere communicatiemiddelen worden uitgesloten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Elke toezichthoudende autoriteit verricht haar taken kosteloos voor de betrokkene en, in voorkomend geval, voor
de functionaris voor gegevensbescherming. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer verzoeken kennelijk ongegrond of buitensporig zijn, met name vanwege hun repetitieve karakter, kan de
toezichthoudende autoriteit op basis van de administratieve kosten een redelijke vergoeding aanrekenen, of weigeren aan
het verzoek gevolg te geven. Het is aan de toezichthoudende autoriteit om de kennelijk ongegronde of buitensporige
aard van het verzoek aan te tonen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 58: Bevoegdheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Elk toezichthoudende autoriteit heeft alle volgende onderzoeksbevoegdheden om: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de verwerkingsverantwoordelijke, de verwerker en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke
of van verwerker te gelasten alle voor de uitvoering van haar taken vereiste informatie te
verstrekken; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
onderzoeken te verrichten in de vorm van gegevensbeschermingscontroles; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
een toetsing te verrichten van de overeenkomstig artikel 42, lid 7, afgegeven certificeringen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in kennis te stellen van een beweerde inbreuk op deze verordening; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker toegang te verkrijgen tot alle persoonsgegevens en alle
informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taken; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
toegang te verkrijgen tot alle bedrijfsruimten van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker, daaronder
begrepen tot alle uitrustingen en middelen voor gegevensverwerking, in overeenstemming met het uniale of lidstatelijke
procesrecht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Elk toezichthoudende autoriteit heeft alle volgende bevoegdheden tot het nemen van corrigerende maatregelen: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker waarschuwen dat met de voorgenomen verwerkingen waarschijnlijk
inbreuk op bepalingen van deze verordening wordt gemaakt;
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker berispen wanneer met verwerkingen inbreuk op bepalingen van
deze verordening is gemaakt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker gelasten de verzoeken van de betrokkene tot uitoefening van zijn
rechten uit hoofde van deze verordening in te willigen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker gelasten, waar passend, op een nader bepaalde manier en binnen
een nader bepaalde termijn, verwerkingen in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze verordening; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de verwerkingsverantwoordelijke gelasten een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene mee te
delen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
een tijdelijke of definitieve verwerkingsbeperking, waaronder een verwerkingsverbod, opleggen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
het rectificeren of wissen van persoonsgegevens of het beperken van verwerking uit hoofde van de artikelen 16, 17
en 18 gelasten, alsmede de kennisgeving van dergelijke handelingen aan ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn
verstrekt, overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 19; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
een certificering intrekken of het certificeringsorgaan gelasten een uit hoofde van de artikelen 42 en 43 afgegeven
certificering in te trekken, of het certificeringsorgaan te gelasten geen certificering af te geven indien niet langer aan
de certificeringsvereisten wordt voldaan; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(i) |
naargelang de omstandigheden van elke zaak, naast of in plaats van de in dit lid bedoelde maatregelen, een administratieve
geldboete opleggen op grond van artikel 83; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(j) |
de opschorting van gegevensstromen naar een ontvanger in een derde land of naar een internationale organisatie
gelasten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Elke toezichthoudende autoriteit heeft alle autorisatie- en adviesbevoegdheden om: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de verwerkingsverantwoordelijke advies te verstrekken in overeenstemming met de procedure van voorafgaande
raadpleging van artikel 36; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
op eigen initiatief dan wel op verzoek, aan het nationaal parlement, aan de regering van de lidstaat, of overeenkomstig
het lidstatelijke recht aan andere instellingen en organen alsmede aan het publiek advies te verstrekken over
aangelegenheden die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
toestemming te geven voor verwerking als bedoeld in artikel 36, lid 5, indien die voorafgaande toestemming door
het lidstatelijke recht wordt voorgeschreven; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
overeenkomstig artikel 40, lid 5, advies uit te brengen over en goedkeuring te hechten aan de ontwerpgedragscodes; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
certificeringsorganen te accrediteren overeenkomstig artikel 43; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
certificeringen af te geven en certificeringscriteria goed te keuren overeenkomstig artikel 42, lid 5; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
de in artikel 28, lid 8, en artikel 46, lid 2, punt d), bedoelde standaardbepalingen inzake gegevensbescherming aan te
nemen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
toestemming te verlenen voor de in artikel 46, lid 3, punt a), bedoelde contractbepalingen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(i) |
toestemming te verlenen voor de in artikel 46, lid 3, punt b), bedoelde administratieve regelingen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(j) |
goedkeuring te hechten aan bindende bedrijfsvoorschriften overeenkomstig artikel 47. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Op de uitoefening van de bevoegdheden die uit hoofde van dit artikel aan de toezichthoudende autoriteit worden
verleend, zijn passende waarborgen van toepassing, daaronder begrepen doeltreffende voorziening in rechte en eerlijke
rechtsbedeling, zoals overeenkomstig het Handvest vastgelegd in het Unierecht en het lidstatelijke recht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Elke lidstaat bepaalt bij wet dat zijn toezichthoudende autoriteit bevoegd is inbreuken op deze verordening ter
kennis te brengen van de gerechtelijke autoriteiten en, waar passend, daartegen een rechtsvordering in te stellen of
anderszins in rechte op te treden, teneinde de bepalingen van deze verordening te doen naleven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Elke lidstaat kan bij wet bepalen dat zijn toezichthoudende autoriteit, naast de in lid 1, 2 en 3 bedoelde
bevoegdheden bijkomende bevoegdheden heeft. De uitoefening van die bevoegdheden doet geen afbreuk aan de
doeltreffende werking van hoofdstuk VII. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 59: Activiteitenverslagen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Elke toezichthoudende autoriteit stelt jaarlijks een verslag over haar activiteiten op, met daarin mogelijk een lijst van de
soorten gemelde inbreuken en de soorten maatregelen die overeenkomstig artikel 58, lid 2, worden genomen. Die
verslagen worden toegezonden aan het nationale parlement, de regering en elke andere autoriteit die daartoe in het
lidstatelijke recht is aangewezen. Zij worden ter beschikking gesteld van het publiek, de Commissie en het Comité. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK 7: SAMENWERKING EN COHERENTIE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 1: SAMENWERKING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ARTIKEL 60: SAMENWERKING TUSSEN DE LEIDENDE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT EN DE ANDERE BETROKKEN TOEZICHTHOUDEDENDE AUTORITEIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De leidende toezichthoudende autoriteit werkt overeenkomstig dit artikel samen met de andere betrokken toezichthoudende
autoriteiten teneinde tot een consensus proberen te komen. De leidende toezichthoudende autoriteit en de
betrokken toezichthoudende autoriteiten wisselen alle relevante informatie met elkaar uit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De leidende toezichthoudende autoriteit kan te allen tijde andere betrokken toezichthoudende autoriteiten
verzoeken wederzijdse bijstand overeenkomstig artikel 61 te verlenen, en kan gezamenlijke werkzaamheden ondernemen
overeenkomstig artikel 62, in het bijzonder voor het uitvoeren van onderzoeken of voor het toezicht op de uitvoering
van een maatregel betreffende een in een andere lidstaat gevestigde verwerkingsverantwoordelijke of verwerker. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De leidende toezichthoudende autoriteit deelt onverwijld alle relevante informatie over de aangelegenheid mee aan
de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten. Zij legt de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten
onverwijld te hunner beoordeling een ontwerpbesluit voor en houdt naar behoren rekening met hun standpunten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Indien één van de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten binnen een termijn van vier weken na te zijn
geraadpleegd overeenkomstig lid 3 van dit artikel een relevant en gemotiveerd bezwaar tegen het ontwerpbesluit indient,
onderwerpt de leidende toezichthoudende autoriteit, indien zij het relevante en gemotiveerde bezwaar afwijst of het niet
relevant of niet gemotiveerd acht, de aangelegenheid aan het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Indien de leidende toezichthoudende autoriteit voornemens is het ingediende relevante en gemotiveerde bezwaar te
honoreren, legt zij de overige betrokken toezichthoudende autoriteiten te hunner beoordeling een herzien ontwerpbesluit
voor. Dat herziene ontwerpbesluit wordt binnen een termijn van twee weken aan de in lid 4 bedoelde procedure
onderworpen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Indien geen enkele andere betrokken toezichthoudende autoriteit binnen de in de leden 4 en 5 bedoelde termijn
bezwaar heeft gemaakt tegen het door de leidende toezichthoudende autoriteit voorgelegde ontwerpbesluit, worden de
leidende toezichthoudende autoriteit en de betrokken toezichthoudende autoriteiten geacht met dat ontwerpbesluit in te
stemmen en zijn zij daaraan gebonden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
De leidende toezichthoudende autoriteit stelt het besluit vast en deelt het mee aan de hoofdvestiging of de enige
vestiging van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker, naargelang het geval, en stelt de andere betrokken
toezichthoudende autoriteiten, alsmede het Comité in kennis van het besluit in kwestie, voorzien van een samenvatting
van de relevante feiten en gronden. De toezichthoudende autoriteit waarbij de klacht is ingediend, stelt de klager in
kennis van het besluit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Ingeval een klacht is afgewezen of verworpen, stelt de toezichthoudende autoriteit waarbij de klacht is ingediend,
in afwijking van lid 7, het besluit vast en deelt zij het mee aan de klager en stelt zij de verwerkingsverantwoordelijke
ervan in kennis. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
Indien de leidende toezichthoudende autoriteit en de betrokken toezichthoudende autoriteiten het erover eens zijn
delen van een klacht af te wijzen of te verwerpen en voor andere delen van die klacht op te treden, wordt voor elk van
die laatstgenoemde delen een afzonderlijk besluit vastgesteld. De leidende toezichthoudende autoriteit stelt het besluit
vast voor het deel betreffende de maatregelen inzake de verwerkingsverantwoordelijke, en deelt het mee aan de hoofdvestiging
of de enige vestiging van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker op het grondgebied van haar lidstaat,
en stelt de klager daarvan in kennis. Voor het deel waarvoor de klacht in kwestie is afgewezen of verworpen, wordt het
besluit vastgesteld door de toezichthoudende autoriteit van de klager, en door haar aan die klager medegedeeld, en wordt
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker daarvan in kennis gesteld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
De verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker treft, na in kennis te zijn gesteld van het besluit van de
leidende toezichthoudende autoriteit overeenkomstig de leden 7 en 9, de nodige maatregelen teneinde het besluit wat
betreft de verwerkingsactiviteiten binnen al zijn vestigingen binnen de Unie te doen naleven. De verwerkingsverantwoordelijke
of de verwerker deelt de door hem met het oog op de naleving van het besluit getroffen maatregelen mee aan de
leidende toezichthoudende autoriteit, die de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten ervan in kennis stelt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11. |
Indien, in buitengewone omstandigheden, een betrokken toezichthoudende autoriteit het met reden dringend
noodzakelijk acht dat in het belang van bescherming van de belangen van betrokkenen wordt opgetreden, is de in
artikel 66 bedoelde spoedprocedure van toepassing. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
12. |
De leidende toezichthoudende autoriteit en de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten verstrekken elkaar
langs elektronische weg, door middel van een standaardformulier, de krachtens dit artikel vereiste informatie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 61: Wederzijdse bijstand |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De toezichthoudende autoriteiten verstrekken elkaar relevante informatie en wederzijdse bijstand om deze
verordening op een consequente manier ten uitvoer te leggen en toe te passen, en nemen maatregelen om doeltreffend
met elkaar samen te werken. De wederzijdse bijstand bestrijkt met name informatieverzoeken en toezichtsmaatregelen,
zoals verzoeken om voorafgaande toestemming en raadplegingen, inspecties en onderzoeken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Elke toezichthoudende autoriteit neemt alle passende maatregelen die nodig zijn om een verzoek van een andere
toezichthoudende autoriteit onverwijld en uiterlijk binnen één maand na ontvangst daarvan te beantwoorden. Hierbij
kan het in het bijzonder gaan om toezending van relevante informatie over de uitvoering van een onderzoek. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Verzoeken om bijstand bevatten alle nodige informatie, waaronder het doel van en de redenen voor het verzoek.
De uitgewisselde informatie wordt alleen gebruikt voor het doel waarvoor om die informatie is verzocht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De toezichthoudende autoriteit waaraan een verzoek om bijstand is gericht, wijst dit verzoek slechts af indien: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
zij niet bevoegd is voor het onderwerp van het verzoek of voor de maatregelen die zij verzocht wordt uit te voeren;
of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
het verzoek inbreuk maakt op deze verordening of met Unierecht of lidstatelijk recht dat van toepassing is op de
toezichthoudende autoriteit die het verzoek ontvangt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De toezichthoudende autoriteit tot wie het verzoek is gericht, informeert de verzoekende toezichthoudende
autoriteit over de resultaten of, in voorkomend geval, de voortgang van de maatregelen die in antwoord op het verzoek
zijn genomen. Indien de toezichthoudende autoriteit tot wie het verzoek is gericht het verzoek op grond van lid 4
afwijst, licht zij de redenen daarvoor toe. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Toezichthoudende autoriteiten tot wie het verzoek is gericht delen in de regel de door andere toezichthoudende
autoriteiten gevraagde informatie langs elektronische weg mee door middel van een standaardformulier. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
De maatregelen die toezichthoudende autoriteiten tot wie een verzoek is gericht nemen uit hoofde van een verzoek
om wederzijdse bijstand, zijn kosteloos. De toezichthoudende autoriteiten kunnen regels overeenkomen om elkaar te
vergoeden voor specifieke uitgaven die voortvloeien uit het verstrekken van wederzijdse bijstand in uitzonderlijke
omstandigheden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Wanneer een toezichthoudende autoriteit de in lid 5 van dit artikel bedoelde informatie niet binnen één maand na
ontvangst van het verzoek van een andere toezichthoudende autoriteit verstrekt, kan de verzoekende toezichthoudende
autoriteit overeenkomstig artikel 55, lid 1, op het grondgebied van haar lidstaat een voorlopige maatregel nemen. In dat
geval wordt geacht dat er overeenkomstig artikel 66, lid 1, dringend moet worden opgetreden en dat dit een dringend
bindend besluit van het Comité vereist overeenkomstig artikel 66, lid 2. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen het model en de procedures voor de in dit artikel
bedoelde wederzijdse bijstand vastleggen, alsmede de regelingen voor de elektronische uitwisseling van informatie tussen
toezichthoudende autoriteiten onderling en tussen toezichthoudende autoriteiten en het Comité, waaronder het in lid 6
van dit artikel bedoelde standaardformulier. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 93,
lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 62: Gezamenlijke werkzaamheden van toezichthoudende autoriteiten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
In voorkomend geval voeren de toezichthoudende autoriteiten gezamenlijke werkzaamheden uit, waaronder
gezamenlijke onderzoeken en gezamenlijke handhavingsmaatregelen, waarbij leden of personeelsleden van de toezichthoudende
autoriteiten van andere lidstaten worden betrokken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Indien de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker vestigingen heeft in meerdere lidstaten, of indien een
significant aantal betrokkenen in meer dan één lidstaat waarschijnlijk wezenlijke gevolgen ondervindt van de verwerkingsactiviteiten,
heeft van elk van die lidstaten één toezichthoudende autoriteit het recht om aan de gezamenlijke
werkzaamheden deel te nemen. De toezichthoudende autoriteit die bevoegd is overeenkomstig artikel 56, lid 1 of lid 4,
verzoekt de toezichthoudende autoriteit van elk van die lidstaten om deelname aan de gezamenlijke werkzaamheden in
kwestie en beantwoordt onverwijld het verzoek van een toezichthoudende autoriteit om te mogen deelnemen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Een toezichthoudende autoriteit kan overeenkomstig het lidstatelijke recht en met toestemming van de
ondersteunende toezichthoudende autoriteit, aan de aan gezamenlijke werkzaamheden deelnemende leden of
personeelsleden van de ondersteunende toezichthoudende autoriteit bevoegdheden toekennen, onder meer in verband
met het voeren van onderzoek, of, voor zover het nationale recht de ontvangende toezichthoudende autoriteit dat
toestaat, de leden of de personeelsleden van de ondersteunende toezichthoudende autoriteit toestaan om hun
onderzoeksbevoegdheden overeenkomstig het nationale recht van de ondersteunende toezichthoudende autoriteit uit te
oefenen. Deze onderzoeksbevoegdheden mogen hierbij uitsluitend worden uitgeoefend onder leiding en in aanwezigheid
van leden of personeelsleden van de ontvangende toezichthoudende autoriteit. De leden of de personeelsleden van de
ondersteunende toezichthoudende autoriteit zijn onderworpen aan het recht van de lidstaat van de ontvangende
toezichthoudende autoriteit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer personeelsleden van een ondersteunende toezichthoudende autoriteit overeenkomstig lid 1 actief zijn in
een andere lidstaat, neemt de lidstaat van de ontvangende toezichthoudende autoriteit de verantwoordelijkheid voor hun
activiteiten, met inbegrip van de aansprakelijkheid voor alle door die personeelsleden bij de uitvoering van hun
werkzaamheden veroorzaakte schade, overeenkomstig het recht van de lidstaat op het grondgebied waarvan die
personeelsleden actief zijn. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De lidstaat op het grondgebied waarvan de schade is veroorzaakt, vergoedt deze schade onder de voorwaarden die
gelden voor door zijn eigen personeelsleden veroorzaakte schade. De lidstaat van de ondersteunende toezichthoudende
autoriteit waarvan de personeelsleden op het grondgebied van een andere lidstaat aan iemand schade hebben berokkend,
betaalt die andere lidstaat het volledige bedrag terug dat die andere lidstaat voor rekening van die personeelsleden aan de
rechthebbenden heeft uitgekeerd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Onverminderd de uitoefening van zijn rechten tegenover derden en met uitzondering van het in lid 5 bepaalde,
ziet elke lidstaat er in het in lid 1 bedoelde geval van af het bedrag van de in lid 4 bedoelde schade op een andere
lidstaat te verhalen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Wanneer een gezamenlijke werkzaamheid is gepland en een toezichthoudende autoriteit niet binnen één maand
aan de in lid 2, tweede zin, van dit artikel vastgestelde verplichting voldoet, kunnen de andere toezichthoudende
autoriteiten een voorlopige maatregel nemen op het grondgebied van de lidstaat waarvoor zij bevoegd zijn overeenkomstig
artikel 55. In dat geval wordt geacht dat er overeenkomstig artikel 66, lid 1, dringend moet worden opgetreden
en dat dit een dringend advies of een dringend bindend besluit van het Comité vereist overeenkomstig artikel 66, lid 2. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 2: COHERENTIE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 63: Coherentiemechanisme |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Teneinde bij te dragen aan de consequente toepassing van deze verordening in de gehele Unie werken de toezichthoudende
autoriteiten met elkaar en waar passend samen met de Commissie in het kader van het in deze afdeling uiteengezette
coherentiemechanisme. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 64: Advies van het Comité |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Het Comité brengt een advies uit wanneer een bevoegde toezichthoudende autoriteit voornemens is een van
onderstaande maatregelen vast te stellen. Hiertoe deelt de bevoegde toezichthoudende autoriteit het Comité het ontwerpbesluit
mee indien het: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de vaststelling beoogt van een lijst van verwerkingen waarvoor de eis inzake een gegevensbeschermingseffectbeoordeling
overeenkomstig artikel 35, lid 4, geldt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
betrekking heeft op de vraag, overeenkomstig artikel 40, lid 7, of een gedragscode of de wijziging of uitbreiding van
een gedragscode met deze verordening in overeenstemming is; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
beoogt de criteria voor accreditatie van een orgaan overeenkomstig artikel 41, lid 3, of een certificeringsorgaan
overeenkomstig artikel 43, lid 3, goed te keuren; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de vaststelling beoogt van de in artikel 46, lid 2, onder d), en in artikel 28, lid 8, bedoelde standaardbepalingen
inzake gegevensbescherming; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de toestemming beoogt voor de in artikel 46, lid 3, onder a), bedoelde contractbepalingen; of |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de goedkeuring beoogt van bindende bedrijfsvoorschriften in de zin van artikel 47. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Een toezichthoudende autoriteit, de voorzitter van het Comité of de Commissie kunnen elk verzoeken dat aangelegenheden
van algemene strekking of met rechtsgevolgen in meer dan één lidstaat worden onderzocht door het Comité
teneinde advies te verkrijgen, met name wanneer een bevoegde toezichthoudende autoriteit haar verplichtingen tot
wederzijdse bijstand overeenkomstig artikel 61, of tot gezamenlijke werkzaamheden overeenkomstig artikel 62, niet
nakomt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Het Comité brengt in de in de leden 1 en 2 bedoelde gevallen een advies uit over de aan het Comité voorgelegde
aangelegenheid, mits het daarover niet eerder advies heeft uitgebracht. Dat advies wordt binnen acht weken vastgesteld
met gewone meerderheid van de leden van het Comité. Die termijn kan met zes weken worden verlengd, rekening
houdend met de complexiteit van de aangelegenheid. Met het in lid 1 bedoelde ontwerpbesluit, dat overeenkomstig lid 5
onder de leden van het Comité wordt verspreid, wordt een lid dat niet binnen een redelijke, door de voorzitter
aangegeven termijn bezwaar heeft aangetekend, geacht in te stemmen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De toezichthoudende autoriteiten en de Commissie delen onverwijld langs elektronische weg door middel van een
standaardformulier het Comité alle relevante informatie mee, waaronder naargelang het geval een samenvatting van de
feiten, het ontwerpbesluit, de redenen waarom een dergelijke maatregel moet worden genomen en de standpunten van
andere betrokken toezichthoudende autoriteiten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De voorzitter van het Comité stelt onverwijld langs elektronische weg: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de leden van het Comité en de Commissie door middel van een standaardformulier in kennis van alle relevante
informatie die het Comité heeft ontvangen. Het secretariaat van het Comité verstrekt indien nodig vertalingen van
relevante informatie; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de, naargelang het geval, in de leden 1 en 2 bedoelde toezichthoudende autoriteit en de Commissie in kennis van het
advies en maakt dat advies bekend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
De bevoegde toezichthoudende autoriteit stelt haar in lid 1 bedoelde ontwerpbesluit niet vast binnen de in lid 3
bedoelde termijn. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
De in lid 1 bedoelde toezichthoudende autoriteit houdt maximaal rekening met het advies van het Comité en deelt
de voorzitter van het Comité binnen twee weken na ontvangst van het advies langs elektronische weg door middel van
een standaardformulier mee of zij haar ontwerpbesluit zal handhaven dan wel wijzigen alsmede, in voorkomend geval
het gewijzigde ontwerpbesluit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Wanneer de betrokken toezichthoudende autoriteit de voorzitter van het Comité binnen de in lid 7 van dit artikel
bedoelde termijn, onder opgave van de redenen, kennis geeft van haar voornemen het advies van het Comité geheel of
gedeeltelijk niet op te volgen, is artikel 65, lid 1, van toepassing. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 65: Geschillenbeslechting door het Comité |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Om te zorgen voor de correcte en consequente toepassing van deze verordening in individuele gevallen, stelt het
Comité een bindend besluit vast in de volgende gevallen: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
wanneer in een geval als bedoeld in artikel 60, lid 4, een betrokken toezichthoudende autoriteit een relevant en
gemotiveerd bezwaar heeft ingediend tegen een ontwerpbesluit van de leidende toezichthoudende autoriteit of de
leidende toezichthoudende autoriteit dit bezwaar heeft afgewezen als zijnde irrelevant of ongemotiveerd. Het bindend
besluit heeft betrekking op alle aangelegenheden die onderwerp van het relevante en gemotiveerde bezwaar zijn, en
met name op de vraag of inbreuk op de onderhavige verordening wordt gemaakt; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
wanneer er verschillend wordt geoordeeld over de vraag welke betrokken toezichthoudende autoriteit bevoegd is
voor de hoofdvestiging; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
wanneer een bevoegde toezichthoudende autoriteit in de in artikel 64, lid 1, genoemde gevallen het Comité niet om
advies vraagt, of het krachtens artikel 64 uitgebrachte advies van het Comité niet volgt. In dat geval kan elke
betrokken toezichthoudende autoriteit of de Commissie de aangelegenheid meedelen aan het Comité. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Het in lid 1 bedoelde besluit wordt binnen één maand na de verwijzing van de aangelegenheid vastgesteld met een
tweederdemeerderheid van de leden van het Comité. Deze termijn kan wegens de complexiteit van de aangelegenheid
met één maand worden verlengd. Het in lid 1 bedoelde besluit wordt met redenen omkleed en gericht tot de leidende
toezichthoudende autoriteit en alle betrokken toezichthoudende autoriteiten, en is bindend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Indien het Comité niet binnen de in lid 2 genoemde termijn een besluit heeft kunnen vaststellen, stelt het zijn
besluit binnen twee weken na het verstrijken van de in lid 2 bedoelde tweede maand vast, met een gewone meerderheid
van zijn leden. Bij staking van stemmen onder de leden van het Comité is de stem van de voorzitter beslissend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
De betrokken toezichthoudende autoriteiten stellen tijdens de in de leden 2 en 3 bedoelde termijn geen besluit over
de overeenkomstig lid 1 aan het Comité voorgelegde aangelegenheid vast. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De voorzitter van het Comité brengt het in lid 1 bedoelde besluit onverwijld ter kennis van de betrokken toezichthoudende
autoriteiten. Hij brengt de Commissie daarvan op de hoogte. Het besluit wordt onverwijld bekendgemaakt op
de website van het Comité nadat de toezichthoudende autoriteit het in lid 6 bedoelde definitieve besluit ter kennis heeft
gebracht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
De leidende toezichthoudende autoriteit of, in voorkomend geval, de toezichthoudende autoriteit waarbij de klacht
is ingediend, stelt onverwijld en uiterlijk binnen één maand na de kennisgeving door het Comité een definitief besluit
vast op basis van het in lid 1 van dit artikel bedoelde besluit. De leidende toezichthoudende autoriteit of, in voorkomend
geval, de toezichthoudende autoriteit waarbij de klacht is ingediend, deelt het Comité de datum mee waarop haar
definitieve besluit ter kennis wordt gebracht van respectievelijk de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en van
de betrokkene. Het definitieve besluit van de betrokken toezichthoudende autoriteiten wordt vastgesteld overeenkomstig
artikel 60a, leden 7, 8 en 9. Het definitieve besluit verwijst naar het in lid 1 van dit artikel bedoelde besluit en geeft aan
dat genoemd besluit overeenkomstig lid 5 van dit artikel zal worden bekendgemaakt op de website van het Comité. Het
in lid 1 van dit artikel bedoelde besluit wordt aan het definitieve besluit gehecht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 66: Spoedprocedure |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
In buitengewone omstandigheden kan een betrokken toezichthoudende autoriteit, wanneer zij van mening is dat er
dringend moet worden opgetreden om de rechten en vrijheden van betrokkenen te beschermen, in afwijking van het in
de artikelen 63, 64 en 65 bedoelde coherentiemechanisme of van de in artikel 60 bedoelde procedure, onverwijld
voorlopige maatregelen met een bepaalde geldigheidsduur van ten hoogste drie maanden nemen die beogen rechtsgevolgen
in het leven te roepen op het eigen grondgebied. De toezichthoudende autoriteit deelt die maatregelen met
opgave van de redenen onverwijld mee aan de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten, het Comité en de
Commissie.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer een toezichthoudende autoriteit overeenkomstig lid 1 een maatregel heeft genomen en van mening is dat
er dringend definitieve maatregelen moeten worden genomen, kan zij het Comité met opgave van redenen om een
dringend advies of een dringend bindend besluit verzoeken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Een toezichthoudende autoriteit kan het Comité met opgave van redenen, waaronder de redenen waarom er
dringend moet worden opgetreden, om een dringend advies of een dringend bindend besluit verzoeken wanneer de
bevoegde toezichthoudende autoriteit geen passende maatregel heeft genomen in een situatie waarin er dringend moet
worden opgetreden, teneinde de rechten en vrijheden van betrokkenen te beschermen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
In afwijking van artikel 64, lid 3, en van artikel 65, lid 2, wordt een als in de leden 2 en 3 bedoeld dringend advies
of dringend bindend besluit binnen twee weken met gewone meerderheid van de leden van het Comité vastgesteld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 67: Uitwisseling van informatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De Commissie kan uitvoeringshandelingen van algemene aard vaststellen om d)de regelingen voor de elektronische
uitwisseling van informatie tussen toezichthoudende autoriteiten onderling en tussen toezichthoudende autoriteiten en
het Comité, met name het in artikel 64 bedoelde standaardformulier, vast te leggen. |
|
|
|
|
|
|
Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AFDELING 3: EUROPEES COMITE VOOR GEGEVENSBESCHERMING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 68: Europees Comité voor gegevensbescherming |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Het Europees Comité voor gegevensbescherming (het ‘Comité’) wordt ingesteld als orgaan van de Unie en heeft rechtspersoonlijkheid. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Het Comité wordt vertegenwoordigd door zijn voorzitter. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Het Comité bestaat uit de voorzitter van één toezichthoudende autoriteit per lidstaat en de Europese Toezichthouder
voor gegevensbescherming, of hun respectieve vertegenwoordigers. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer in een lidstaat meer dan één toezichthoudende autoriteit belast is met het toezicht op de toepassing van
de bepalingen krachtens deze verordening, wordt overeenkomstig het recht van die lidstaat een gezamenlijke vertegenwoordiger
aangewezen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
De Commissie heeft het recht deel te nemen aan de activiteiten en, zonder stemrecht, aan de bijeenkomsten van
het Comité. De Commissie wijst een vertegenwoordiger aan. De voorzitter van het Comité stelt de Commissie in kennis
van de activiteiten van het Comité. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
In de in artikel 65 bedoelde gevallen heeft de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming uitsluitend
stemrecht bij besluiten over op de instellingen, organen en instanties van de Unie toepasselijke beginselen en regels die
inhoudelijk met die van de onderhavige verordening overeenstemmen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 69: Onafhankelijkheid |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Het Comité treedt bij de uitvoering van zijn taken of de uitoefening van zijn bevoegdheden overeenkomstig de
artikelen 70 en 71 onafhankelijk op. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Onverminderd verzoeken van de Commissie als bedoeld in artikel 70, lid 1, onder b), en artikel 70, lid 2, vraagt
noch aanvaardt het Comité bij de uitvoering van zijn taken of de uitoefening van zijn bevoegdheden instructies van wie
dan ook. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 70: Taken van het Comité |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Het Comité zorgt ervoor dat deze verordening consequent wordt toegepast. Daartoe doet het Comité op eigen
initiatief of, waar passend, op verzoek van de Commissie met name het volgende: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
toezien op en zorgen voor de juiste toepassing van deze verordening in de in de artikelen 64 en 65 bedoelde
gevallen, onverminderd de taken van de nationale toezichthoudende autoriteiten; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
adviseren van de Commissie over aangelegenheden in verband met de bescherming van persoonsgegevens in de
Unie, waaronder alle voorgestelde wijzigingen van deze verordening; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
adviseren van de Commissie over het mechanisme en de procedures voor de uitwisseling van informatie wat betreft
bindende bedrijfsvoorschriften tussen verwerkingsverantwoordelijken, verwerkers, en toezichthoudende autoriteiten; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken inzake procedures voor het wissen van links,
kopieën of reproducties van persoonsgegevens uit algemeen beschikbare communicatiediensten als bedoeld in
artikel 17, lid 2; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
onderzoeken, op eigen initiatief of op verzoek van een van zijn leden dan wel op verzoek van de Commissie, van
kwesties die betrekking hebben op de toepassing van deze verordening, en uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen
en beste praktijken om te bevorderen dat deze verordening consequent wordt toegepast; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter
verdere specificatie van de criteria en de voorwaarden voor besluiten op basis van profilering krachtens artikel 22,
lid 2; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter
vaststelling van de in de leden 1 en 2 bedoelde inbreuken in verband met persoonsgegevens alsmede van de in
artikel 33, leden 1 en 2, bedoelde onredelijke vertraging, en voor de bijzondere omstandigheden waarin een verwerkingsverantwoordelijke
of een verwerker verplicht is de inbreuk in verband met persoonsgegevens te melden; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ten
aanzien van de omstandigheden waarin een inbreuk in verband met persoonsgegevens waarschijnlijk een hoog risico
oplevert voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen, als bedoeld in artikel 34, lid 1; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(i) |
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter
verdere specificatie van de criteria en de eisen voor doorgiften van persoonsgegevens op basis van bindende bedrijfsvoorschriften
voor verwerkingsverantwoordelijken en bindende bedrijfsvoorschriften voor verwerkers, alsmede op
basis van verdere noodzakelijke eisen om de bescherming van persoonsgegevens van de betrokkenen in kwestie te
garanderen, als bedoeld in artikel 47; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(j) |
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter
verdere specificatie van de criteria en de eisen voor de doorgiften van persoonsgegevens op grond van artikel 49,
lid 1; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(k) |
opstellen van richtsnoeren voor toezichthoudende autoriteiten betreffende de toepassing van de in artikel 58,
leden 1, 2 en 3, bedoelde maatregelen en betreffende de vaststelling van administratieve geldboeten overeenkomstig
artikel 83; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(l) |
evalueren van de praktische toepassing van de in de punten e) en f) bedoelde richtsnoeren, aanbevelingen en beste
praktijken; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(m) |
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid, ter
vaststelling van gemeenschappelijke procedures waarmee natuurlijke personen inbreuken op deze verordening
kunnen melden, als bedoeld in artikel 54, lid 2; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(n) |
bevorderen van het opstellen van gedragscodes en het invoeren van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming
en gegevensbeschermingszegels en -merktekens overeenkomstig de artikelen 40 en 42; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(o) |
verrichten van de accreditatie van certificeringsorganen en van de periodieke evaluatie daarvan overeenkomstig
artikel 43, en houden van een openbaar register van geaccrediteerde organen conform artikel 43, lid 6, en van de
geaccrediteerde verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die in derde landen zijn gevestigd, overeenkomstig
artikel 42, lid 7; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(p) |
specificeren van de in artikel 43, lid 3, bedoelde vereisten met het oog op de accreditatie van certificeringsorganen
overeenkomstig artikel 42; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(q) |
uitbrengen van een advies ten behoeve van de Commissie over de in artikel 43, lid 8, bedoelde certificeringseisen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(r) |
uitbrengen van een advies ten behoeve van de Commissie over de in artikel 12, lid 7, bedoelde icoontjes; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(s) |
uitbrengen aan de Commissie van een advies om haar in staat te stellen te beoordelen of het beschermingsniveau in
een derde land of een internationale organisatie adequaat is, en om te beoordelen of een derde land, een gebied of
één of meerdere nader bepaalde sectoren in dat derde land, of een internationale organisatie geen passend beschermingsniveau
meer garandeert. Daartoe verstrekt de Commissie het Comité alle nodige documentatie, met inbegrip
van correspondentie met de overheid van het derde land, ten aanzien van derde land, gebied of nader bepaalde
sector of met de internationale organisatie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(t) |
uitbrengen van adviezen over ontwerpbesluiten van de toezichthoudende autoriteiten in het kader van het in
artikel 64, lid 1, bedoelde coherentiemechanisme over aangelegenheden die overeenkomstig artikel 64, lid 2, ter
sprake worden gebracht en uitbrengen van bindende beslissingen overeenkomstig artikel 65, met inbegrip van de in
artikel 66 bedoelde gevallen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(u) |
bevorderen van samenwerking en effectieve bilaterale en multilaterale uitwisseling van informatie en beste praktijken
tussen de toezichthoudende autoriteiten; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(v) |
bevorderen van gemeenschappelijke opleidingsprogramma's en vergemakkelijken van uitwisselingen van personeelsleden
tussen de toezichthoudende autoriteiten, en waar passend, met de toezichthoudende autoriteiten van
derde landen of met internationale organisaties; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(w) |
bevorderen van de uitwisseling van kennis en documentatie over de wetgeving en de praktijk op het gebied van
gegevensbescherming met voor gegevensbescherming bevoegde toezichthoudende autoriteiten van de hele wereld; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(x) |
uitbrengen van adviezen over op Unieniveau opgestelde gedragscodes overeenkomstig artikel 40, lid 9; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(y) |
houden van een openbaar elektronisch register van besluiten van toezichthoudende autoriteiten en gerechten over in
het kader van het coherentiemechanisme behandelde aangelegenheden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer de Commissie het Comité om advies vraagt, kan zij een termijn aangeven, rekening houdend met de
spoedeisendheid van de aangelegenheid. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Het Comité zendt zijn adviezen, richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken toe aan de Commissie en aan het
in artikel 93 bedoelde comité en maakt deze bekend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Het Comité raadpleegt, waar passend, de belanghebbende partijen en biedt hun de gelegenheid om binnen een
redelijk tijdsbestek commentaar te leveren. Onverminderd artikel 76, maakt het Comité de resultaten van de raadpleging
openbaar. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 71: Rapportage |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Het Comité stelt een jaarverslag op over de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de
verwerking in de Unie en, in voorkomend geval, in derde landen en internationale organisaties. Het verslag wordt
openbaar gemaakt en toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Het jaarverslag omvat een evaluatie van de praktische toepassing van de richtsnoeren, aanbevelingen en beste
praktijken bedoeld in artikel 70, lid 1, punt l), en van de bindende besluiten bedoeld in artikel 65. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 72: Procedure |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Het Comité neemt besluiten met een gewone meerderheid van zijn leden, tenzij anders bepaald in deze
verordening. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Het Comité stelt met een tweederdemeerderheid van zijn leden zijn eigen reglement van orde en zijn eigen werkregelingen
vast. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 73: Voorzitter |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Het Comité kiest met gewone meerderheid een voorzitter en twee vicevoorzitters uit zijn leden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De ambtstermijn van de voorzitter en de vicevoorzitters bedraagt vijf jaar en kan eenmaal worden verlengd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 74: Taken van de voorzitter |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De voorzitter heeft de volgende taken: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
bijeenroepen van de bijeenkomsten van het Comité en het opstellen van zijn agenda; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
ter kennis brengen van de door het Comité overeenkomstig artikel 65 vastgestelde besluiten aan de leidende toezichthoudende
autoriteit en de betrokken toezichthoudende autoriteiten; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
ervoor zorgen dat de taken van het Comité tijdig worden uitgevoerd, met name wat het in artikel 63 bedoelde
coherentiemechanisme betreft. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Het Comité stelt in zijn reglement van orde de taakverdeling tussen de voorzitter en de vicevoorzitters vast. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 75: Secretariaat |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Het Comité heeft een secretariaat, dat wordt verzorgd door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Het secretariaat verricht zijn taken uitsluitend volgens de instructies van de voorzitter van het Comité. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
De personeelsleden van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming die betrokken zijn bij de
uitvoering van de krachtens deze verordening aan het Comité opgedragen taken vallen onder een andere rapportageregeling
dan de personeelsleden die betrokken zijn bij de uitvoering van de aan de Europese Toezichthouder voor
gegevensbescherming opgedragen taken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Waar passend wordt door het Comité en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een
memorandum van overeenstemming ter uitvoering van dit artikel opgesteld en bekendgemaakt, waarin de voorwaarden
van hun samenwerking worden vastgelegd en dat van toepassing is op de personeelsleden van de Europese Toezichthouder
voor gegevensbescherming die betrokken zijn bij de uitvoering van de krachtens deze verordening aan het
Comité opgedragen taken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Het secretariaat biedt het Comité analytische, administratieve en logistieke ondersteuning. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Het secretariaat is met name belast met: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de dagelijkse werking van het Comité; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de communicatie tussen de leden van het Comité, zijn voorzitter en de Commissie; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de communicatie met andere instellingen en het brede publiek; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
het gebruik van elektronische middelen voor interne en externe communicatie; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
de vertaling van relevante informatie; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de voorbereiding en follow-up van de bijeenkomsten van het Comité; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
de voorbereiding, opstelling en bekendmaking van adviezen, besluiten inzake beslechting van geschillen tussen
toezichthoudende autoriteiten, en andere teksten die het Comité vaststelt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 76: Vertrouwelijkheid |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De besprekingen van het Comité zijn vertrouwelijk indien het comité dit noodzakelijk acht, in overeenstemming
met zijn reglement van orde. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Op de toegang tot documenten die aan de leden van het Comité, deskundigen en vertegenwoordigers van derden
worden voorgelegd, is Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (
1
) van toepassing. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK VIII: BEROEP, AANSRPAKELIJKHEID EN SANCTIES |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 77: Recht om klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Onverminderd andere mogelijkheden van administratief beroep of een voorziening in rechte, heeft iedere
betrokkene het recht een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit, met name in de lidstaat waar hij
gewoonlijk verblijft, hij zijn werkplek heeft of waar de beweerde inbreuk is begaan, indien hij van mening is dat de
verwerking van hem betreffende persoonsgegevensinbreuk maakt op deze verordening. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De toezichthoudende autoriteit waarbij de klacht is ingediend, stelt de klager in kennis van de voortgang en het
resultaat van de klacht, alsmede van de mogelijke voorziening in rechte overeenkomstig artikel 78. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 78: Recht om een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen tegen een toezichthoudende autoriteit |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Onverminderd andere mogelijkheden van administratief of buitengerechtelijk beroep, heeft iedere natuurlijke
persoon of rechtspersoon het recht om tegen een hem betreffend juridisch bindend besluit van een toezichthoudende
autoriteit een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Onverminderd andere mogelijkheden van administratief of buitengerechtelijk beroep heeft iedere betrokkene het
recht om een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen indien de overeenkomstig de artikelen 55 en 56 bevoegde
toezichthoudende autoriteit een klacht niet behandelt of de betrokkene niet binnen drie maanden in kennis stelt van de
voortgang of het resultaat van de uit hoofde van artikel 77 ingediende klacht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Een procedure tegen een toezichthoudende autoriteit wordt ingesteld bij de gerechten van de lidstaat waar de
toezichthoudende autoriteit is gevestigd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer een procedure wordt ingesteld tegen een besluit van een toezichthoudende autoriteit waaraan een advies
of een besluit van het Comité in het kader van het coherentiemechanisme is voorafgegaan, doet de toezichthoudende
autoriteit dat advies of besluit aan de gerechten toekomen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 79: Recht om een doeltreffende voorziening in recht in te stellen tegen een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Onverminderd andere mogelijkheden van administratief of buitengerechtelijk beroep, waaronder het recht uit
hoofde van artikel 77 een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit, heeft elke betrokkene het recht een
doeltreffende voorziening in rechte in te stellen indien hij van mening is dat zijn rechten uit hoofde van deze
verordening geschonden zijn ten gevolge van een verwerking van zijn persoonsgegevens die niet aan deze verordening
voldoet. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Een procedure tegen een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker wordt ingesteld bij de gerechten van de
lidstaat waar de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker een vestiging heeft. Een dergelijke procedure kan ook
worden ingesteld bij de gerechten van de lidstaat waar de betrokkene gewoonlijk verblijft, tenzij de verwerkingsverantwoordelijke
of de verwerker een overheidsinstantie van een lidstaat is die optreedt in de uitoefening van het
overheidsgezag. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 80: Vertegenwoordiging van betrokkenen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De betrokkene heeft het recht een orgaan, organisatie of vereniging zonder winstoogmerk dat of die op geldige
wijze volgens het recht van een lidstaat is opgericht, waarvan de statutaire doelstellingen het openbare belang dienen en
dat of die actief is op het gebied van de bescherming van de rechten en vrijheden van de betrokkene in verband met de
bescherming van diens persoonsgegevens, opdracht te geven de klacht namens hem in te dienen, namens hem de in
artikelen 77, 78 en 79 bedoelde rechten uit te oefenen en namens hem het in artikel 82 bedoelde recht op schadevergoeding
uit te oefenen, indien het lidstatelijke recht daarin voorziet. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De lidstaten kunnen bepalen dat een orgaan, organisatie of vereniging als bedoeld in lid 1 van dit artikel, over het
recht beschikt om onafhankelijk van de opdracht van een betrokkene in die lidstaat klacht in te dienen bij de overeenkomstig
artikel 77 bevoegde toezichthoudende autoriteit en de in de artikelen 78 en 79 bedoelde rechten uit te oefenen,
indien het/zij van mening is dat de rechten van een betrokkene uit hoofde van deze verordening zijn geschonden ten
gevolge van de verwerking. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 81: Schorsing van de procedure |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Indien een bevoegd gerecht van een lidstaat over informatie beschikt dat bij een gerecht van een andere lidstaat een
procedure inzake verwerking betreffende dezelfde aangelegenheid en dezelfde verwerkingsverantwoordelijke of
verwerker hangende is, neemt het contact op met dat gerecht in de andere lidstaat om het bestaan van die procedure te
verifiëren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Indien een procedure inzake verwerking met betrekking tot dezelfde aangelegenheid en dezelfde verwerkingsverantwoordelijke
of verwerker hangende is bij een gerecht van een andere lidstaat, kan ieder ander bevoegd gerecht dan dat
welk als eerste is aangezocht, zijn procedure schorsen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Indien die procedure in eerste aanleg aanhangig is, kan elk gerecht dat niet als eerste is aangezocht, op verzoek van
een van de partijen ook tot verwijzing overgaan, mits het eerst aangezochte gerecht bevoegd is om van de beide
procedures kennis te nemen en zijn wetgeving de voeging daarvan toestaat. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 82: Recht op schadevergoeding en aansprakelijkheid |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Eenieder die materiële of immateriële schade heeft geleden ten gevolge van een inbreuk op deze verordening, heeft
het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker schadevergoeding te ontvangen voor de geleden
schade. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Elke verwerkingsverantwoordelijke die bij verwerking is betrokken, is aansprakelijk voor de schade die wordt
veroorzaakt door verwerking die inbreuk maakt op deze verordening. Een verwerker is slechts aansprakelijk voor de
schade die door verwerking is veroorzaakt wanneer bij de verwerking niet is voldaan aan de specifiek tot verwerkers
gerichte verplichtingen van deze verordening of buiten dan wel in strijd met de rechtmatige instructies van de verwerkingsverantwoordelijke
is gehandeld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker wordt van aansprakelijkheid op grond van lid 2 vrijgesteld indien
hij bewijst dat hij op geen enkele wijze verantwoordelijk is voor het schadeveroorzakende feit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer meerdere verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers bij dezelfde verwerking betrokken zijn, en
overeenkomstig de leden 2 en 3 verantwoordelijk zijn voor schade die door verwerking is veroorzaakt, wordt elke
verwerkingsverantwoordelijke of verwerker voor de gehele schade aansprakelijk gehouden teneinde te garanderen dat de
betrokkene daadwerkelijk wordt vergoed. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Wanneer een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker de schade overeenkomstig lid 4 geheel heeft vergoed, kan
deze verwerkingsverantwoordelijke of verwerker op andere verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die bij de
verwerking waren betrokken, het deel van de schadevergoeding verhalen dat overeenkomt met hun deel van de aansprakelijkheid
voor de schade, overeenkomstig de in lid 2 gestelde voorwaarden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Gerechtelijke procedures voor het uitoefenen van het recht op schadevergoeding worden gevoerd voor de in
artikel 79, lid 2, bedoelde lidstaatrechtelijk bevoegde gerechten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 83: Algemene voorwaarden voor het opleggen van administratieve geldboeten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Elke toezichthoudende autoriteit zorgt ervoor dat de administratieve geldboeten die uit hoofde van dit artikel
worden opgelegd voor de in de leden 4, 5 en 6 vermelde inbreuken op deze verordening in elke zaak doeltreffend,
evenredig en afschrikkend zijn. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Administratieve geldboeten worden, naargelang de omstandigheden van het concrete geval, opgelegd naast of in
plaats van de in artikel 58, lid 2, onder a) tot en met h) en onder j), bedoelde maatregelen. Bij het besluit over de vraag
of een administratieve geldboete wordt opgelegd en over de hoogte daarvan wordt voor elk concreet geval naar behoren
rekening gehouden met het volgende: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, rekening houdend met de aard, de omvang of het doel van de
verwerking in kwestie alsmede het aantal getroffen betrokkenen en de omvang van de door hen geleden schade; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de opzettelijke of nalatige aard van de inbreuk; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker genomen maatregelen om de door betrokkenen geleden
schade te beperken; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
de mate waarin de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker verantwoordelijk is gezien de technische en organisatorische
maatregelen die hij heeft uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 25 en 32; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
eerdere relevante inbreuken door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(f) |
de mate waarin er met de toezichthoudende autoriteit is samengewerkt om de inbreuk te verhelpen en de mogelijke
negatieve gevolgen daarvan te beperken; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(g) |
de categorieën van persoonsgegevens waarop de inbreuk betrekking heeft; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(h) |
de wijze waarop de toezichthoudende autoriteit kennis heeft gekregen van de inbreuk, met name of, en zo ja in
hoeverre, de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker de inbreuk heeft gemeld; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(i) |
de naleving van de in artikel 58, lid 2, genoemde maatregelen, voor zover die eerder ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke
of de verwerker in kwestie met betrekking tot dezelfde aangelegenheid zijn genomen; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(j) |
het aansluiten bij goedgekeurde gedragscodes overeenkomstig artikel 40 of van goedgekeurde certificeringsmechanismen
overeenkomstig artikel 42; en |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(k) |
elke andere op de omstandigheden van de zaak toepasselijke verzwarende of verzachtende factor, zoals gemaakte
financiële winsten, of vermeden verliezen, die al dan niet rechtstreeks uit de inbreuk voortvloeien. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Indien een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker opzettelijk of uit nalatigheid met betrekking tot dezelfde
of daarmee verband houdende verwerkingsactiviteiten een inbreuk pleegt op meerdere bepalingen van deze verordening,
is de totale geldboete niet hoger dan die voor de zwaarste inbreuk. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Inbreuken op onderstaande bepalingen zijn overeenkomstig lid 2 onderworpen aan administratieve geldboeten tot
10 000 000 EUR of, voor een onderneming, tot 2 % van de totale wereldwijde jaaromzet in het voorgaande boekjaar,
indien dit cijfer hoger is: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker overeenkomstig de artikelen 8, 11, 25 tot en
met 39, en 42 en 43; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de verplichtingen van het certificeringsorgaan overeenkomstig de artikelen 42 en 43; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de verplichtingen van het toezichthoudend orgaan overeenkomstig artikel 41, lid 4. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Inbreuken op onderstaande bepalingen zijn overeenkomstig lid 2 onderworpen aan administratieve geldboeten tot
20 000 000 EUR of, voor een onderneming, tot 4 % van de totale wereldwijde jaaromzet in het voorgaande boekjaar,
indien dit cijfer hoger is: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
de basisbeginselen inzake verwerking, met inbegrip van de voorwaarden voor toestemming, overeenkomstig de
artikelen 5, 6, 7 en 9; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
de rechten van de betrokkenen overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 22; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(c) |
de doorgiften van persoonsgegevens aan een ontvanger in een derde land of een internationale organisatie overeenkomstig
de artikelen 44 tot en met 49; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(d) |
alle verplichtingen uit hoofde van krachtens hoofdstuk IX door de lidstaten vastgesteldrecht; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(e) |
niet-naleving van een bevel of een tijdelijke of definitieve verwerkingsbeperking of een opschorting van gegevensstromen
door de toezichthoudende autoriteit overeenkomstig artikel 58, lid 2, of niet-verlening van toegang in strijd
met artikel 58, lid 1. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Niet-naleving van een bevel van de toezichthoudende autoriteit als bedoeld in artikel 58, lid 2, is overeenkomstig
lid 2 van dit artikel onderworpen aan administratieve geldboeten tot 20 000 000 EUR of, voor een onderneming, tot
4 % van de totale wereldwijde jaaromzet in het voorgaande boekjaar, indien dit cijfer hoger is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Onverminderd de bevoegdheden tot het nemen van corrigerende maatregelen van de toezichthoudende autoriteiten
overeenkomstig artikel 58, lid 2, kan elke lidstaat regels vaststellen betreffende de vraag of en in hoeverre administratieve
geldboeten kunnen worden opgelegd aan in die lidstaat gevestigde overheidsinstanties en overheidsorganen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
De uitoefening door de toezichthoudende autoriteit van haar bevoegdheden uit hoofde van dit artikel is
onderworpen aan passende procedurele waarborgen overeenkomstig het Unierecht en het lidstatelijke recht, waaronder
een doeltreffende voorziening in rechte en eerlijke rechtsbedeling. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
Wanneer het rechtsstelsel van de lidstaat niet voorziet in administratieve geldboeten, kan dit artikel aldus worden
toegepast dat geldboeten worden geïnitieerd door de bevoegde toezichthoudende autoriteit en opgelegd door bevoegde
nationale gerechten, waarbij wordt gewaarborgd dat deze rechtsmiddelen doeltreffend zijn en eenzelfde effect hebben als
de door toezichthoudende autoriteiten opgelegde administratieve geldboeten. De boeten zijn in elk geval doeltreffend,
evenredig en afschrikkend. Die lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 25 mei 2018 de wetgevingsbepalingen mee die
zij op grond van dit lid vaststellen, alsmede onverwijld alle latere wijzigingen daarvan en alle daarop van invloed zijnde
wijzigingswetgeving. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 84: Sancties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De lidstaten stellen de regels inzake andere sancties vast die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening,
in het bijzonder op inbreuken die niet aan administratieve geldboeten onderworpen zijn overeenkomstig artikel 83, en
treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden toegepast. Die sancties zijn doeltreffend, evenredig
en afschrikkend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Elke lidstaat deelt de Commissie uiterlijk op 25 mei 2018 de overeenkomstig lid 1 vastgestelde wetgevingsbepalingen
mee, alsook onverwijld alle latere wijzigingen daarvan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK IX: BEPALINGEN IN VERBAND MET SPECIFIEKE SITUATIES OP HET GEBIED VAN GEGEVENSVERWERKING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 85: Verwerking en vrijheid van meningsuiting en van informatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De lidstaten brengen het recht op bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening wettelijk
in overeenstemming met het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie, daaronder begrepen de verwerking
voor journalistieke doeleinden en ten behoeve van academische, artistieke of literaire uitdrukkingsvormen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Voor verwerking voor journalistieke doeleinden of ten behoeve van academische, artistieke of literaire uitdrukkingsvormen
stellen de lidstaten uitzonderingen of afwijkingen vast van hoofdstuk II (beginselen), hoofdstuk III (rechten
van de betrokkene), hoofdstuk IV (de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker), hoofdstuk V (doorgifte van
persoonsgegevens naar derde landen of internationale organisaties), hoofdstuk VI (onafhankelijke toezichthoudende
autoriteiten), hoofdstuk VII (samenwerking en coherentie) en hoofdstuk IX (specifieke gegevensverwerkingssituaties)
indien deze noodzakelijk zijn om het recht op bescherming van persoonsgegevens in overeenstemming te brengen met
de vrijheid van meningsuiting en van informatie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Elke lidstaat deelt de Commissie de overeenkomstig lid 2 vastgestelde wetgevingsbepalingen mee, alsook onverwijld
alle latere wijzigingen daarvan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 86: Verwerking en recht van toegang van het publiek tot officiele documenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Persoonsgegevens in officiële documenten die voor de uitvoering van een taak van algemeen belang in het bezit zijn van
een overheidsinstantie, een overheidsorgaan of een particulier orgaan, mogen door de instantie of het orgaan in kwestie
worden bekendgemaakt in overeenstemming met het Unierecht of het lidstatelijke recht dat op de overheidsinstantie of
het orgaan van toepassing is, teneinde het recht van toegang van het publiek tot officiële documenten in overeenstemming
te brengen met het recht op bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 87: Verwerking van het nationaal identificatienummer |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De lidstaten kunnen de specifieke voorwaarden voor de verwerking van een nationaal identificatienummer of enige
andere identificator van algemene aard nader vaststellen. In dat geval wordt het nationale identificatienummer of enige
andere identificator van algemene aard alleen gebruikt met passende waarborgen voor de rechten en vrijheden van de
betrokkene uit hoofde van deze verordening. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 88: Verwerking in het kader van de arbeidsverhouding |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Bij wet of bij collectieve overeenkomst kunnen de lidstaten nadere regels vaststellen ter bescherming van de rechten
en vrijheden met betrekking tot de verwerking van de persoonsgegevens van werknemers in het kader van de arbeidsverhouding,
in het bijzonder met het oog op aanwerving, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de
naleving van wettelijke of uit collectieve overeenkomsten voortvloeiende verplichtingen, het beheer, de planning en de
organisatie van de arbeid, gelijkheid en diversiteit op het werk, gezondheid en veiligheid op het werk, bescherming van
de eigendom van de werkgever of de klant dan wel met het oog op de uitoefening en het genot van de met de arbeidsverhouding
samenhangende individuele of collectieve rechten en voordelen, en met het oog op de beëindiging van de
arbeidsverhouding. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Die regels omvatten passende en specifieke maatregelen ter waarborging van de menselijke waardigheid, de gerechtvaardigde
belangen en de grondrechten van de betrokkene, met name wat betreft de transparantie van de verwerking, de
doorgifte van persoonsgegevens binnen een concern of een groepering van ondernemingen die gezamenlijk een
economische activiteit uitoefenen en toezichtsystemen op het werk. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Elke lidstaat deelt de Commissie uiterlijk op 25 mei 2018 de overeenkomstig lid 1 vastgestelde wetgevingsbepalingen
mee, alsook onverwijld alle latere wijzigingen daarvan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 89: Waarborgen en afwijkingen in verband met verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of
statistische doeleinden is onderworpen aan passende waarborgen in overeenstemming met deze verordening voor de
rechten en vrijheden van de betrokkene. Die waarborgen zorgen ervoor dat er technische en organisatorische
maatregelen zijn getroffen om de inachtneming van het beginsel van minimale gegevensverwerking te garanderen. Deze
maatregelen kunnen pseudonimisering omvatten, mits aldus die doeleinden in kwestie kunnen worden verwezenlijkt.
Wanneer die doeleinden kunnen worden verwezenlijkt door verdere verwerking die de identificatie van betrokkenen niet
of niet langer toelaat, moeten zij aldus worden verwezenlijkt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer persoonsgegevens met het oog op wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden
worden verwerkt, kan in het Unierecht of het lidstatelijke recht worden voorzien in afwijkingen van de in de
artikelen 15, 16, 18 en 21 genoemde rechten, behoudens de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden en
waarborgen, voor zover die rechten de verwezenlijking van de specifieke doeleinden onmogelijk dreigen te maken of
ernstig dreigen te belemmeren, en dergelijke afwijkingen noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Wanneer persoonsgegevens met het oog op archivering in het algemeen belang worden verwerkt, kan in het
Unierecht of het lidstatelijke recht worden voorzien in afwijkingen van de in de artikelen 15, 16, 18, 19, 20 en 21
genoemde rechten, behoudens de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden en waarborgen, voor zover die rechten
het verwezenlijken van de specifieke doeleinden onmogelijk dreigen te maken of ernstig dreigen te belemmeren, en
dergelijke afwijkingen noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Wanneer verwerking als bedoeld in de leden 2 en 3 tegelijkertijd ook een ander doel dient, zijn de afwijkingen
uitsluitend van toepassing op verwerking voor de in die leden bedoelde doeleinden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 90: Geheimhoudingsplicht |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer dit noodzakelijk en evenredig is om het recht op bescherming van persoonsgegevens in overeenstemming
te brengen met de geheimhoudingsplicht kunnen de lidstaten specifieke regels vaststellen voor de in artikel 58, lid 1,
punten e) en f), bedoelde bevoegdheden van de toezichthoudende autoriteiten in verband met de verwerkingsverantwoordelijken
of verwerkers die krachtens het Unierecht, het lidstatelijke recht of door nationale bevoegde instanties
vastgestelde regelgeving, aan het beroepsgeheim of aan een andere gelijkwaardige geheimhoudingsplicht onderworpen
zijn. Die regels gelden uitsluitend met betrekking tot persoonsgegevens die de verwerkingsverantwoordelijke of de
verwerker in het kader van een onder die geheimhoudingsplicht vallende activiteit heeft ontvangen of verkregen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Elke lidstaat deelt de Commissie uiterlijk op 25 mei 2018 de regels mee die hij heeft vastgesteld overeenkomstig
lid 1, alsmede onverwijld alle wijzigingen daarvan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 91: Bestaande gegevensbeschermingsregels van kerken en religieuze verenigingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Wanneer kerken en religieuze verenigingen of gemeenschappen in een lidstaat op het tijdstip van de inwerkingtreding
van deze verordening uitgebreide regels betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met
verwerking toepassen, kunnen die regels van toepassing blijven, mits zij in overeenstemming worden gebracht met deze
verordening. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Kerken en religieuze verenigingen die overeenkomstig lid 1 van dit artikel uitgebreide regels hanteren, zijn
onderworpen aan toezicht door een onafhankelijke toezichthoudende autoriteit, die specifiek kan zijn, op voorwaarde
dat de autoriteit voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in hoofdstuk VI van deze verordening. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK X: GEDELEGEERDE HANDELINGEN EN UITVOERINGSHANDELINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 92: Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit
artikel neergelegde voorwaarden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
De in artikel 12, lid 8, en artikel 43, lid 8, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend
voor onbepaalde tijd met ingang van 24 mei 2016. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 12, lid 8, en artikel 43, lid 8, bedoelde bevoegdheidsdelegatie
te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het
wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin
genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan
het Europees Parlement en de Raad. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Een overeenkomstig artikel 12, lid 8, en artikel 43, lid 8, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in
werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de
kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het
Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij
daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met
drie maanden verlengd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 93: Comitéprocedure |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU)
nr. 182/2011. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, in samenhang met artikel 5
van die verordening, van toepassing. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK XI: SLOTBEPALINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 94: Intrekking van Richtlijn 95/46/EG |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Richtlijn 95/46/EG wordt met ingang van 25 mei 2018 ingetrokken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar deze verordening. Verwijzingen naar de
groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens, die bij artikel 29 van
Richtlijn 95/46/EG is opgericht, gelden als verwijzingen naar het bij deze verordening opgerichte Europees Comité voor
gegevensbescherming. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 95: Verhouding tot Richtlijn 2002/58/EG |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Deze verordening legt natuurlijke personen of rechtspersonen geen aanvullende verplichtingen op met betrekking tot
verwerking in verband met het verstrekken van openbare elektronische-communicatiediensten in openbare communicatienetwerken
in de Unie, voor zover zij op grond van Richtlijn 2002/58/EG onderworpen zijn aan specifieke verplichtingen
met dezelfde doelstelling. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 96: Verhouding tot eerder gesloten overeenkomsten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Internationale overeenkomsten betreffende de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale
organisaties die door de lidstaten zijn gesloten vóór 24 mei 2016, en die in overeenstemming zijn met het vóór die
datum toepasselijke Unierecht, blijven van kracht totdat zij worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 97: Commissieverslagen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Uiterlijk op 25 mei 2020 en om de vier jaar daarna, dient de Commissie een verslag in bij het Europees Parlement
en de Raad over de evaluatie en de toetsing van deze verordening. De verslagen worden openbaar gemaakt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
In het kader van de in lid 1 bedoelde evaluaties en toetsingen beoordeelt de Commissie met name de toepassing en
de werking van: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(a) |
hoofdstuk V betreffende de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties, in het
bijzonder met betrekking tot krachtens artikel 45, lid 3, van deze verordening vastgestelde besluiten en op grond van
artikel 25, lid 6, van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde besluiten; |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(b) |
hoofdstuk VII betreffende samenwerking en coherentie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Voor het in lid 1 vermelde doel kan de Commissie zowel de lidstaten als toezichthoudende autoriteiten om
informatie verzoeken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Bij de uitvoering van de in de leden 1 en 2 vermelde evaluaties en toetsingen neemt de Commissie de standpunten
en bevindingen van het Europees Parlement, van de Raad, en van andere relevante instanties of bronnen in aanmerking. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Indien nodig dient de Commissie passende voorstellen in teneinde deze verordening te wijzigen, met name in het
licht van de ontwikkelingen in de informatietechnologie en de stand van zaken in de informatiemaatschappij. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 98: Toetsing van andere Unierechtshandelingen inzake gegevensbescherming |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien passend dient de Commissie wetgevingsvoorstellen in teneinde andere Unierechtshandelingen betreffende de
bescherming van persoonsgegevens te wijzigen en aldus een uniforme en consequente bescherming van natuurlijke
personen te garanderen in verband met verwerking. Het gaat hierbij met name om de regels betreffende de bescherming
van natuurlijke personen in verband met verwerking door instellingen, organen en instanties van de Unie, en betreffende
het vrije verkeer van die gegevens. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 99: Inwerkingtreding en toepassing |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad
van de Europese Unie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Zij is van toepassing met ingang van 25 mei 2018. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke
lidstaat. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gedaan te Brussel, 27 April 2016. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor het Europees Parlement Voor de Raad |
|
|
|
|
|
De voorzitter De voorzitter |
|
|
|
|
|
M. SCHULZ J.A. HENNIS-PLASSCHAERT |
|
|
|